'De kunstenaar at en dronk regelmatig in het hotel en de betaling werd geregeld via het prachtige branding-tafereel dat nu in mijn bezit is.'
'De kunstenaar at en dronk regelmatig in het hotel en de betaling werd geregeld via het prachtige branding-tafereel dat nu in mijn bezit is.' Foto: Pip Barnard

Het verhaal achter het aangeboden schilderij 

Peter Miedema, eigenaar van evenementenbureau Frisse wind op Terschelling, stuurde onderstaand verhaal naar aanleiding van de mogelijke aankoop van een schilderij van Blok van der Velden. 

 

Marktplaats zorgt voor ontmoetingen, gesprekken, even de wereld binnentreden van iemand anders en er dan weer uit verdwijnen. Dáár geniet ik enorm van. Alleen daarom al zou ik elke week wel iets willen kopen of verkopen.
Een klein dorpje op de grens van Groningen en Drenthe. Ik heb belangstelling voor een schilderij van Ad Blok van der Velden, een Texelse schilder waar ik al een werk van heb. Dat schilderij heeft mijn opa destijds gekregen als betaling. Hij was eigenaar van Hotel Nap op Terschelling. Blok van der Velden werkte een winter op het eiland en at en dronk regelmatig in het hotel. De betaling werd geregeld via het prachtige branding-tafereel dat nu in mijn bezit is.
Een statig huis. Het duurt even voor ik gemorrel aan de deur hoor. Een oudere man doet open, slecht ter been, de rechterarm werkeloos langs z'n lichaam hangend. Iemand links een hand geven voelt vreemd. Strek je je linkerhand naar zijn linker, of doe je dat met je rechter?Hij begroet me vrolijk en hartelijk. Een open lach. Stuntelig schuifelt hij voor me uit naar de woonkamer. We gaan zitten. Hij zit aan een borrel en biedt mij er ook één aan. Hij lijkt me al een beetje tipsy. Het schilderij hangt pontificaal en in alle glorie boven de bank. Een prachtige Sluftervallei straalt me tegemoet. 'Mooi hè?', vraagt hij. Hij lijkt bijna trots! 'Ik heb het destijds samen met Truus gekocht op een veiling. Het hing in ons vakantiehuis op Texel. Ons droomhuis. Truus is vier jaar geleden overleden. Alvleesklierkanker, binnen drie maanden was ze er niet meer. Ze was nog maar 59. Samen hadden we een prachtig bedrijf, een supermarkt. Zij was het gezicht van de zaak, regelde alles. Ik werkte op de achtergrond: administratie, bestellingen, dat soort dingen. Een jaar voor Truus' dood is m'n enige zoon in de zaak gekomen als onze opvolger.' 'Na haar dood ben ik compleet ingestort. Na een paar maanden ben ik weer begonnen, inmiddels was ik een té goede klant van onze eigen slijterij. Ik wilde m'n verdriet verdrinken. Na een half jaar ging het niet meer en ben ik met de zaak gestopt. Mijn zoon is alleen doorgegaan, maar wil niks meer met me te maken hebben. Hij maakt maandelijks de afgesproken toelage over, maar verder hebben we geen contact meer. Twee jaar geleden kwam de échte klap: een hersenbloeding. Na vier maanden revalidatiecentrum kwam ik thuis, alleen. Ik heb nu wat ik heb, daar moet ik het mee doen en zit hier elke dag, alleen. Ik lees veel, drink m'n borrel en ga er op uit met m'n scootmobiel, zo kom ik de dagen door.' 'Vorige week kwam er een brief van de advocaat van mijn zoon. Mijn maandbedrag wordt lastig op te hoesten nu de supermarkt minder loopt. Hij wil dat ik de sieraden van Truus en andere "overbodige" spullen, zoals het schilderij, verkoop. Wilt u echt geen borrel?' Ik kijk naar het kunstwerk. Prachtig stuk. De vraagprijs ken ik, waarschijnlijk één maandtoelage. Een zeer schappelijke prijs. 'Heeft u belangstelling?' vraagt hij. 'Sorry', antwoord ik, 'bij nader inzien zie ik er toch van af... En geef me toch maar een borrel.'

Peter Miedema

(www.petermiedema.com)