Beieraardier Arie Abbenes bespeelt in de Dom van Utrecht het carillon.
Beieraardier Arie Abbenes bespeelt in de Dom van Utrecht het carillon. Foto: Onbekend

Beiaardier Dom van Utrecht ging terug naar Texelse roots   

De lijst van beiaardiers van de Dom van Utrecht is lang. Bovenaan prijkt het jaartal 1504, met daarachter de naam van Daniël van Berlicom. Generaties volgden elkaar op, zoals de periode van 1787 tot 1879, toen vader en zoon Nieuwenhuyzen stadsbeiaardier waren. Van 1985 tot 2011 bespeelde Arie Abbenes het beroemde carillon. Sinds zijn pensionering woont hij in Den Hoorn. Een 'aangespoelde' Texelaar, maar wel eentje met een lange familiehistorie in het dorp, die terug gaat tot in de zeventiende eeuw.

Met zijn Texelse verleden confronteerde zijn vader, drukker in Den Helder, hem als jochie al. 'Hij nam me mee de dijk op en wees in de verte op het Hoornder kerkje. 'Daar komen we vandaan', zei hij dan. Het was Hendrik Abbenes die zich in de zeventiende eeuw in Den Hoorn vestigde als notaris, schoolmeester en koster. Nazaten werkten er nadien als loodsen. 'Totdat de armoede hen in de negentiende eeuw naar de overkant dreef', vertelt Arie Abbenes. Sindsdien is de naam uit het dorp verdwenen, maar net vergeten. 'Toen ik hier voor mijn werk eens was om te kijken of een barst in de klok van het kerkje goed was gelast, ontmoette ik Annie Vlaming, de koster. Ze pakte me bij de arm en zei 'U heet toch Abbenes?' Ze nam me mee naar het kerkhof en wees me op het graf van Antje Abbenes. Het was haar grootmoeder en ongetwijfeld een ver familielid van ons. Toen hij zich met Phili, zijn echtgenote anderhalf jaar geleden vestigde in de Herenstraat, bleken er meer familiebanden te bestaan. 'Mijn buurman Ruud Wilner kwam de eerste dag al met een stamboom aanzetten. 'We zijn familie', zei hij. De familiebanden reiken verder dan Den Hoorn. Daar kwam hij achter toen hij als organist in contact kwam met Jan Brouwer uit Oosterend. Ook met de Brouwers bleek hij verwant. 'En mijn oma van moeders kant was een Kikkert. Dan hoef ik je niet te vertellen waar zij vandaan kwam.' Mede door die oude familiebanden raakte deze relatief nieuwe Texelaar opmerkelijk snel ingeburgerd. 'Het ijs is wat sneller gebroken als mensen die je nog maar net kent in de verte familie blijken te zijn.'

Het zijn niet alleen de genen die zorgen voor een snelle opname in de lokale gemeenschap. Het nieuws dat de voormalige stadsbeiaardier ook een vaardig organist is, deed al snel de ronde en met enige regelmaat wordt hij gevraagd om in één van de kerken op het eiland het orgel te bespelen.

Voor Hoornders die hun oren de kost geven, is het ook niet te missen. Vanuit zijn werkruimte die grenst aan het Lage Achterom in Den Hoorn klinkt regelmatig orgel- beiaard- of pianospel. Er staan meerdere instrumenten, zoals een orgel, klavichord (een oud klavierinstrument), een piano, een beiaardklavier en een groot klavecimbel, die momenteel wordt gereviseerd. Het domein van een man wiens leven in het teken staat van muziek. Hij studeerde piano in Hilversum aan het conservatorium. Ik vond dat wel leuk, maar de vonk sloeg niet echt over. Toen ben ik eens met een beiaardier de toren in geweest en had meteen het idee: dit is iets voor mij. In de muziek heb je motivatie nodig om je doel te bereiken. Met beiaard had ik dat meteen. Het is een groot instrument, het is zwaar werk, met handen en voeten. En als beiaardier ben je betrokken bij de organisatie van allerlei evenementen, onderhoudt contacten met verenigingen en organisaties, je hebt het instrument onder je hoede en draagt dus zorg voor het onderhoud.' Hij studeerde beiaard bij Peter Bakker in Hilversum en bij Piet van den Broek aan de Beiaardschool in Mechelen, waar hij in 1968 afstudeerde met de aantekening 'Grote Onderscheiding'.

Wie denkt dat het gebruik van carillons zich beperkt tot het Nederlands taalgebied heeft het mis. Begin jaren zeventig werkte Abbenes als 'Associate Professor of Music in Carillon en Camapnology aan de vermaarde Indiana University School of Music te Bloomington, Indiana (USA). En ook binnenkort reist de beiaardier naar Amerika voor het geven van concerten. Verbonden aan de Nederlandse Beiaardschool heeft hij de meeste van de huidige beiaardiers opgeleid. Vele prijzen en onderscheidingen vielen hem ten deel, zoals de 'Gouden Beiaard', de improvisatieprijs van het Holland Festival. Ook ontving hij stadspenningen van Tilburg en Eindhoven en andere loftuitingen.

Arie Abbenes was lange tijd stadsbeiaardier van Asten, Eindhoven, Tilburg, Son en Utrecht. Waarvan ruim 25 jaar in Utrecht. Twee keer per week, op vrijdag en zaterdag, nam hij plaats achter het klavier in de Dom van Utrecht en bespeelde het beroemde carillon. 'Ik zat op tachtig meter hoogte in een afgesloten cabine. Zo'n carillon is een heel geweld. In de Dom hangen vijftig klokken met een totaal gewicht van 28 ton, de grootste weegt 7000 kilo . Het carillon is van 1664. In de bronzen klokken hangen klepels die verbonden zijn met draden, tuimelaars en uiteindelijk met de toetsen van het klavier. Bij het bespelen komen flink wat krachten los. Het is een soort muzikale sport, zwaar werk, met handen en voeten.'

Drie keer per week bespeelde hij andere carillons. Ook verzorgde hij de programmering van het automatisch spel van de Dom, het mechaniek dat er voor zorgt dat het carillon op elk uur, half uur en kwartier een melodie laat horen. 'Het bestaat uit een grote trommel, een cilinder uit 1669 met een diameter van twee meter met daarop 700 schroefjes. Zeg maar een grote speeldoos die ervoor zorgt dat zodra de spoel draait het carillon tot klinken komt. Elke noot komt overeen met een cijfer op de verdeelschijf. Drie keer per jaar verandert de melodie, wat betekent dat de programmering moet worden aangepast. Dit versteken van de speeltrommel is handwerk. Met vier man zijn we daar een volle dag mee bezig.' Abbenes schreef ook de arrangementen.

Als stadsbeiaardier deed hij veel ervaring op met onderhoud en restauratie. Ook na zijn pensionering wordt hij nog regelmatig gevraagd voor advies. 'Ik geef regelmatig adviezen over restauratie van historische beiaarden. Op het ogenblik ben ik bezig met de Waag in Alkmaar. De beiaard is van 1688 en het trommelspeelwerk moet worden gerestaureerd. Zo ben ik ook bezig in Zierikzee en vorige week nog in Nieuwpoort. Dat heen en weer rijden ben ik wel gewend. Gedurende mijn beroepscarrière heb ik veel gereisd en ben de hele wereld over geweest.'

Sinds zijn pensionering heeft hij het wel wat rustiger gekregen, maar ogenschijnlijk niet heel veel. 'We woonden pal onder de Domtoren. Ik dacht: na mijn pensionering moet ik hier niet blijven zitten. Stel dat de klok niet gelijk loopt, dan word ik daar steeds aan herinnerd en kan ik net zo goed in dienst blijven. Ik zat bij de Utrechtse Klokkenspel Vereniging, in het bestuur van de Rotary, bij het klokkenluidersgilde, het provinciaal genootschap van kunst en wetenschappen en vond dat ik wat afstand moest nemen.' Dat is ten dele gelukt. Als vervangend beiaardier van Utrecht en Eindhoven neemt hij nog geregeld plaats achter het klavier. 'Mijn opvolgster in Utrecht gaat volgende week op vakantie en dan neem ik twee weken de diensten waar in de Dom, de Klaaskerk en in Vleuten. In juni ga ik een hele maand naar de Verenigde Staten voor concerten.'

Het brengt veel werk met zich mee. 'Zo'n concert is slechts het topje van de ijsberg. Het grote werk zit in de voorbereiding.' Wijzend op bladen met bladmuziek: 'Ik ben nu bezig met een programma Nederlandse muziek voor een concert in Eindhoven. Daar werk ik wel een maand aan.' Hij vertelt over een quatre mains-concert, waarbij twee beiaardiers gelijktijdig het klavier bespelen. 'Ik speel samen met een oud-leerling. De muziek is van oorsprong geschreven voor een orkest. Ik maakte het geschikt voor twee beiaardiers.'

Muziek bewerken, concerten voorbereiden en andere bezigheden die verband houden met muziek doet hij in zijn werkkamer. Hij brengt er een groot deel van zijn tijd door. 'Ik zocht een ruimte waar ik rustig mijn werk kon doen. Dit optrekje in de achtertuin op mooie afstand van het woonhuis, is de reden dat we voor dit huis hebben gekozen. Zijn onverminderde werklust wil niet zeggen dat hij de schoonheid van Texel geheel aan zich voorbij laat gaan. 'Gisteren was het mooi weer en hebben we een heerlijke wandeling over de Hors gemaakt.'

Inmiddels heeft hij ook kennisgemaakt met de orgels in menig Texelse kerk, waar hij als invaller het orgel bespeelt. 'Een kerkorgel heeft verwantschap met de beiaard. Je moet bijvoorbeeld ook eerste een trapje op om er te komen en veel orgels zijn ook behoorlijk op leeftijd. De historie van zo'n instrument spreekt mij aan,net als het mechaniek. Op Texel heb je prachtige orgels. Piet Schneider, mijn achterbuurman die betrokken is bij de kerk, spreek ik regelmatig en zo kwam het balletje aan het rollen. Soms loop ik de kerk binnen om wat te spelen of te oefenen. En als de vaste organist verhinderd is, dan neem ik waar. Want het leukst van spelen vind ik om dat te doen voor een gezelschap mensen. Wat mij ook aanspreekt, is de organisatie er omheen, zoals ik dat ook gewend was en ben als beiaardier (hij is nog stadsbeiaardier van Oirschot). Zo leer ik veel mensen kennen. Vooraf met de dominee overleggen welke liederen er komen. De mooiste momenten voor mij als muzikant zijn na de preek en tijdens de collecte. Dan moet er even flink worden gespeeld.'

Gerard Timmerman

Kent u ook een 'aangespoelde' Texelaar met een bijzonder verhaal, mail dan naar redactie@texelsecourant.nl.

Arie Abbenes achter zijn oefenklavier in zij werkplaats in Den Hoorn.