'Laat de natuur zijn gang gaan aan de zuidkant van Texel'

'Laat de natuur eens zijn gang gaan op de zuidpunt van Texel.' Die gedachte opperde Herman Ridderinkhof gisteravond op de informatiebijeenkomst over het Deltaprogramma.

Volgens Ridderinkhof, adjunct-directeur van het NIOZ, is het eigenlijk zonde van het geld om telkens zandsuppleties bij de zuidpunt uit te voeren. Hij omschreef het gebied vanaf paal 12 als een zeer duur plekje op Texel wanneer het om suppleties gaat. Volgens Ridderinkhof kunnen met dat geld bij wijze van spreken meerdere strandpaviljoens worden betaald.

Ridderinkhof liet de gedachte horen tijdens een discussie over het Deltaprogramma. Daarbij kwam de vraag aan de orde of de Razende Bol ooit nog eens vastgroeit aan Texel en of de zandplaat een natuurlijk bron voor suppleties kan zijn. Over het eerste verschilden de inzichten en het antwoord op de tweede vraag luidde dat het zand van de Razende Bol nooit op alle gewenste plekken kan komen.

Landbouwer Arnold Langeveld vroeg aandacht voor de landbouw en het behoud van zoet water op het eiland. Dat is een thema binnen het Deltaprogramma waarin Texel voorop loopt op de rest van Nederland. Langeveld opperde de gedachte om aan de Waddenkant zoveel mogelijk buitendijks te versterken. zodat er geen landbouwgrond verloren gaat. 'Het zou mooi zijn als bij de Schorren ook duinen kunnen komen.' De voorkeursvarianten van het hoogheemraadschap gaan uit van binnendijkse versterkingen met kleilagen en damwanden.

Langeveld kreeg bijval van Werner Dros. Hij opperde het idee om de gemalen in de herfst en de winter het zoete water niet in zee te laten pompen, maar terug naar de duinen, zodat Texel er beter gebruik van kan maken. Nadat een zegsman van Hollands Noorderkwartier had gemeld dat er dan brak water over het eiland gaat, werd meteen geopperd halverwege het eiland stations neer te zetten om zoet water naar de duinen te pompen.