Huisarts Jacquelien Dros promoveert vandaag op het onderwerp duizeligheid bij ouderen.
Huisarts Jacquelien Dros promoveert vandaag op het onderwerp duizeligheid bij ouderen. Foto: Pip Barnard

'Tijdens ons overleg lunchen we

altijd met zelfgebakken brood'

Vrijdag

Gisteren mijn proefpromotie op de afdeling huisartsgeneeskunde in het AMC, Amsterdam. Een pittige ondervraging door een zestal collega huisartsen en onderzoekers. Voorbereiding op mijn promotie op vrijdag 15 februari. Een trapje hoger op de wetenschappelijke ladder met verlies van een letter, van drs naar dr. Vervolgens door naar Utrecht om de commissie wetenschappelijk onderzoek (CWO) van het Nederlands Huisartsen Genootschap bij te wonen en voor te zitten. 's Avonds kom je dan niet meer thuis. Om 5.15 uur gaat de wekker in Amsterdam, mooi op tijd bij de boot van half acht en voor het begin van mijn spreekuur. Bij het wegzetten van mijn spullen vang ik een glimp op van nog een prachtig boeket. Leuk hoor promoveren, je krijgt allemaal kaarten, complimenten en kadootjes. Een bevriende collega vroeg gisteren of ik mijn proefschrift, in de wandelgangen de Dikke Dros, in de wachtkamer had liggen. Nee, maar wel een goed idee. Bovenop de tijdschriften leg ik een exemplaar, met op de voorplaat de oude Heinz achter een rollator.

Zaterdag

Wakker geworden in een witte wereld. Helaas net te weinig voor een rondje langlaufen in de duinen, wel een mooie dag voor een fikse wandeling, later. Eerst aan de slag met mijn zogenaamde 'lekenpraatje'. Dit is de presentatie vooraf aan de daadwerkelijke verdediging van mijn proefschrift. Daarvan is het de bedoeling dat je familie, vrienden en eventuele patiƫnten begrijpen waarom je wat hebt onderzocht en wat daar is uitgekomen. Mijn oorspronkelijke opzet moet nog meer op de schop, maar eerst naar buiten. Vanaf 1 maart gaan de groene routes weer dicht in verband met de broedvogels, dus Jan en ik zijn van plan er een paar achter elkaar te plakken. In totaal drie uur wandelen met halverwege een tussenstop in een strandpaviljoen. Nog niet eens half vier en op 70 procent van de bezette tafeltjes staan al alkoholische versnaperingen. Ja, ze zijn allemaal boven de zestien, dat wel, maar dit is dus het voorbeeld wat we onze kinderen geven. Onderweg ontmoeten we een dode mannetjes eidereend, die als hapje voor een jonge zilvermeeuw en kraai dient. Onderweg ontmoet ik ook een collegapromovendus, Kees Camphuijsen. Hij doet al jarenlang onderzoek naar meeuwenkolonies op het eiland en verder is hij deskundige in zeezoogdieren. Hij telt elke dag een uur lang wat er langs de noordzeekust vliegt en zwemt. We misten net drie witsnuitdolfijnen. Jammer!

Zondag

Vandaag voornamelijk bezig geweest met mijn lekenpraatje. Deze samenvatting van mijn onderzoek mag tien, hooguit elf minuten duren. Verder moet het in begrijpelijke taal en met het nodige beeldmateriaal. De kunst van de beperking. Duizeligheid bij ouderen komt veel voor en heeft vaak ernstige gevolgen, zoals vallen, angst en vereenzaming. Verder is duizeligheid vaak niet eenvoudig te verklaren doordat juist bij ouderen duizeligheid meestal meerdere oorzaken heeft. Als laatste is er ook nog eens weinig wetenschappelijke onderbouwing, zowel om verklarende ziektes vast te stellen (diagnostiek) als om duizeligheid te behandelen (therapie). De richtlijn over duizeligheid biedt huisartsen weinig houvast. Dit kan leiden tot diagnostisch nihilisme. Grof gezegd: je doet maar wat of je doet maar niks. Voor dit nihilisme zet ik Nietzsche in. Als filosoof (ja, alweer een filosoof) heeft hij veel geschreven over nihilisme. Aan het eind van mijn verhaal zet ik hem opnieuw in, maar dan als grappige afsluiter van wat ons onderzoek voor huisartsen heeft opgeleverd. Zo'n promotiedag is vooral ook feestelijk, met na afloop een receptie, vervolgens een etentje in besloten kring en als klap op de vuurpijl feest. Mijn feest moet swingen met DJ Feetback en als openingsnummer 'Think' van Aretha Franklin.

Maandag

Altijd de drukste dag in een huisartsenpraktijk, hoewel het voor mij vandaag meevalt. Alleen de lijst met huisbezoeken is mega, maar met onze huisarts in dienstverband Anouk en onze huisarts in opleiding Bregje werken we het allemaal wel weer weg. (...) Wanneer ik een gepromoveerde patiƫnte (ja, ook die bestaan) uit de wachtkamer haal, zit ze aandachtig in mijn proefschrift te lezen. Ze is verbaasd dat ik deze week nog in de praktijk werk, moet ik mij niet voorbereiden?

Tijdens ons artsenoverleg lunchen we traditioneel met zelfgebakken brood. Ik ben opgevoed met zelfgebakken brood. In de Eierlandse polder kwam de bakker niet dagelijks langs, wij vonden het lekkerder en het zal ook wel goedkoper geweest zijn. Mijn moeder bakte dagelijks brood totdat wij allemaal uit huis waren. Toen ik in huize Barnard woonde bakte Leo Barnard ook zelf brood. Hij nam de kookwekker mee zijn spreekkamer in en als deze afging, liep hij rustig uit zijn spreekuur om even het brood 'door te slaan', of in de onderste (rijzen) of bovenste oven (bakken) te schuiven. Ik vond dat altijd zo charmant dat ik besloot ook brood te gaan bakken als ik huisarts zou worden. Aldus geschiedde. Alleen gebruik ik een broodbakmachine en geen kookwekker en haalt een van de doktersassistentes mijn brood uit de machine. Tegen die tijd doe ik huisvisites en we houden wel van een knapperige korst.

Dit keer tijdens het artsenoverleg gesproken over de nieuwe methode van de Gollards om vragen aan ons te mailen in plaats van in het zogenaamde artsenboek te schrijven. Een ware revolutie en net als een echte revolutie loopt dit ook niet vlekkeloos. Verder de hype rond vitamine D besproken. (...) Ook al komt de info van het Voedingscentrum, wij zijn niet overtuigd en als wetenschapper neem ik op mij dit eens haarfijn uit te zoeken. Een duik in de literatuur aan de hand van vragen uit de praktijk is het leukst.

Dinsdag

Naar analogie van de 'Dikke van Dam' van Johannes van Dam en de 'Grote Hamersma' van Harold Hamersma heet mijn proefschrift in de wandelgangen de 'Dikke Dros'. Schrijven van Dam en Hamersma respectievelijk over eten en wijn vele bladzijden, ik heb dat gedaan over duizeligheid en wel bij ouderen en op wetenschappelijke wijze. Tweehonderdzevenendertig (237) om precies te zijn. Vandaag de hele dag bezig geweest om de Dikke Dros nog een keer door te lezen of liever gezegd door te werken. Onderwijl bedenkend welke vragen de professoren in mijn promotiecommissie aanstaande vrijdag zouden kunnen bedenken. Dat zijn er veel, heel veel. Inmiddels voel ik mij rijp om welke vraag dan ook te beantwoorden en elke discussie aan te gaan. Ik ben er klaar voor.

Daarnaast een paar organisatorische zaken geregeld, zoals de aankomst van mijn ene paranimf de oud-Texelse Willeke Wendrich, tegenwoordig professor in de Egyptische archeologie in Los Angeles. Als vriendin zal ze mij persoonlijk begeleiden op de grote dag. Donderdag komt ze en voor haar en mijn andere paranimf, Koen Go, moeten nog rokkostuums gescoord worden.

Woensdag

Tot en met vanavond 22.00 uur zou ik deze vraag met 'nee, wel iets gespannen' hebben beantwoord. Nu, zo tegen elven begint het wat anders te voelen. Vandaag mijn gebruikelijke werkzaamheden voor de praktijk en vanavond dienst tot 23.00 uur. Daarna neemt Jan het over. Het was zeker geen gewone dag. Op straat al nooit gebrek aan begroetingen, maar nu helemaal niet. Natuurlijk ook de nodige kwinkslagen: 'Ben je nou al professor?', 'Dag mevrouw de promovenda', 'Moet ik al dokter doctor zeggen?', 'Moet ik je nu dokter of doctor noemen?' En opnieuw gelukwensen, boeketten, kaartjes en mails. Morgen op tijd met de boot mee en er moet nog worden gepakt, dus vandaag laat ik het hier bij.