Afbeelding
Foto: Pip Barnard

'Smet op blazoen Indië-­veteranen' 

Aan de voorzitter van het Texelse 4/5 mei comité Texel.

Geacht Comité 4 en 5 mei,

In de Texelse Courant van 5 februari lazen wij dat u weigert om de Indië­veteraan Aad Bakker te laten spreken tijdens de dodenherdenking op de avond van 4 mei 2013. Wij hebben ons naar aanleiding hiervan verdiept in wat en wie wij op de avond van 4 mei herdenken. Bovendien hebben wij ons verdiept in de reden van uw weigering. Het Nationaal Comité 4 en 5 mei dat belast is met de landelijke uitvoering, hanteert de volgende definitie: 'Tijdens de nationale herdenking herdenken we alle burgers en militairen die in het Koninkrijk der Nederlanden of waar ook ter wereld zijn omgekomen sinds het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog in oorlogssituaties en bij vredesoperaties.' Dus óók de militairen die zijn gesneuveld bij de politionele acties in het voormalig Nederlands­-Indië. Er is nog een tweede definitie, die van de Rijksoverheid. Zij stellen dat op de avond van de 4 mei om 20.00 uur de Nederlandse slachtoffers worden herdacht die sinds het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog in oorlogssituaties en bij vredesmissies zijn omgekomen. Dus óók hier de militairen die zijn gesneuveld bij de politionele acties in het voormalig Nederlands­Indië!

Het herdenken van Duitse gevallenen en Nederlandse collaborateurs ligt in Nederland nog heel erg gevoelig. Vooral omdat er nog veel 'open wonden' zijn bij de Nederlandse bevolking. Dus ook bij de Texelse bevolking, zoals vorig jaar is gebleken. U ging toen echter voorbij aan deze gevoelens en liet de zoon van een voormalige Texelse NSB-burgemeester toch het woord voeren op de avond van de 4 mei.

U geeft nu als reden van uw weigering:

A. Uw voorzitter stelt in de Texelse Courant dat er momenteel veel discussie is over de rol van Nederland tijdens de politionele acties waaraan ook deze Indië­veteraan heeft deelgenomen. Zij stelt dat het 4/5 mei comité ook rekening wil houden met de diverse onderzoeken die op nationaal niveau zijn aangekondigd naar voornoemde rol van Nederland. Dit is niet geheel correct. In dat indertijd aangekondigde onderzoek zou ook de rol van de Indonesische vrijheidsstrijders worden onderzocht.

B. Uw voorzitter geeft tevens aan dat zij rekening wil houden met anderen die zich zouden kunnen storen aan het feit dat een Indië­veteraan het woord zal voeren op de avond van 4 mei 2013.

Geen onderzoek: Uw voorzitter en de andere leden van het Texelse comité hadden zich beter moeten verdiepen in het hiervoor genoemde onderzoek. Na de aankondiging van dergelijke onderzoeken, door o.a. het NIOD en het NIMH heeft het kabinet enige tijd geleden al besloten dat een dergelijk onderzoek er niet zal komen. Wanneer u zich voldoende in die eventuele onderzoeken had verdiept, had u kunnen en misschien wel moeten weten dat zij geen doorgang zullen vinden. Uw argument is dus geen reden voor de weigering. En wat de gevoeligheid bij de Texelse bevolking betreft: Vorig jaar was het nog zo dat de zoon van NSB- burgemeester De Vries koste wat kost het woord moest voeren, ondanks dat dit heel gevoelig lag bij een aantal bewoners van het eiland. Daar werd door u toen aan voorbij gegaan. Nu draait uw voorzitter plotseling de rollen om. Omdat het spreken van een Indië­veteraan te gevoelig voor sommige bewoners van het eiland zou kunnen liggen, wordt dit geweigerd. Terwijl deze Indië­veteraan zeer terecht en volgens de regels alleen zijn gesneuvelde kameraden wil herdenken en over zijn ervaringen daar wil vertellen. Deze reden van weigering op uw gronden is volkomen onterecht en onrechtvaardig.

De indruk die het comité nu wekt, is dat de zoon van een NSB-burgemeester wél het woord mag voeren tijdens de dodenherdenking en een Indië­veteraan, die als militair zijn plicht voor Nederland heeft gedaan, dit niet mag. Een beetje eng gevoel geeft dit.

Wij hebben zelf een Indië­veteraan in onze vereniging en enkelen van hen zijn al overleden. Wij krijgen nu het gevoel dat deze man en nog andere in leven zijnde Texelse Indië­veteranen door u in een bepaalde hoek worden geplaatst, een hoek die wij niet eens durven benoemen. Deze veteranen werden door de regering naar Nederlands­-Indië gestuurd, als beroeps- of als dienstplichtig militair. Zij deden daar onder zeer moeilijke omstandigheden hun plicht in opdracht van die regering. De beste jaren van hun leven hebben zij gegeven en velen van hen zijn er gesneuveld. Ook die militairen herdenken wij zeer terecht op de avond van 4 mei. Het 4/5 mei comité Texel denkt hier anders over en ontneemt nu bovendien één van deze veteranen de mogelijkheid om het woord te voeren. Zonder enig geldig argument.

Het niet mogen spreken van een Indië­veteraan is een smet op het blazoen van alle Indië­veteranen die destijds zijn gesneuveld en gewond zijn geraakt. Maar het is ook een mes in de rug van degenen die onder zeer zware omstandigheden hun plicht hebben gedaan. En van de nabestaanden van wie familieleden, een vader of een zoon, daar zijn gesneuveld.

Het 4/5 mei comité geeft zichzelf door deze weigering een brevet van onvermogen. Dit is bijzonder spijtig en doet geen goed aan de geloofwaardigheid van het comité.

Wij wachten af wie het comité nu op de avond van de Dodenherdenking het woord zal geven. Wij hopen alsnog voornoemde Indië­veteraan! Een reden om dit te weigeren, heeft u in ieder geval niet! Willem Bakker, je hebt aangetoond standvastig te zijn en voor de juiste waarden van de Dodenherdenking te staan.

Namens het bestuur van het Contact Oud Mariniers Texel,

W.A. Blom, voorzitter.