Achter de schermen

Waar een wil is, is een omweg

Luisterend naar de wethouder, moest de boer denken aan het verhaal over die fietser en de wethouder. De fietser komt van de boot en moet naar Den Burg. 'Hoe kom ik er het snelst?', vraagt hij aan de lokale bestuurder. 'Je rijdt naar Den Hoorn en vraagt daar of je door mag rijden. Mag dat, dan via de Dennen naar De Koog en naar vuurtoren. Daar even vragen of u door mag rijden. Is dat goed, dan richting Oosterend, anders keert u om en…' De fietser greep naar zijn hoofd. 'Maar Den Burg ligt toch dáár. Waarom zo'n lange omweg?' De lokale bestuurder: 'U wilt rechtstreeks naar uw doel. Maar zo doen we dat op Texel niet. Nee, als u in Oosterend bent dan…'

Het is geen waar verhaal, het is ook te absurd voor woorden. Net zoals de besluitvorming over de stallen, dacht de boer, waarbij het onwerkelijke scenario dat alle 275 A-blokken op Texel worden volgebouwd met koeienstallen de reden is om in het nieuwe plan buitengebied nieuwe stallen in de ban te doen. Als de boer toch een nieuwe stal wil, moet hij dat doen via een buitenplanse wijziging. Een kostbare, tijdrovende en onzekere omweg, waarbij het voor de boer maar zeer de vraag is of hij zijn nieuwe stal ooit mag bouwen. Maar wel de realiteit nu ons college heeft besloten het ontwerp bestemmingsplan buitengebied ter visie te leggen.

De boer was met zestig bezorgde collega's in overalls naar het gemeentehuis gekomen, in een uiterste poging het tij te keren. Dit keer geen stront tegen de gevel, maar een geordend en braaf protest.

Vergeefs, want de boer hoorde de wethouder vertellen dat de gemeente niet kon wijken. De bestuurder zei het netjes, maar de boer vertaalde het in zijn eigen woorden: 'Leuke voorstelling met die koe, maar jullie zijn niet belangrijk genoeg. Ik heb ook te maken met werkloze bouwers, boze ondernemers en als we door dat jarenlange getreuzel straks geen leges meer mogen heffen hoeven we niet een kwart, maar moeten we de helft van onze ambtenaren wegsturen. Jullie kunnen de pot op. Voor wie een nieuwe stal wil, citeer ik de directeur van de Rabobank: Waar een wil is, is een omweg.'

In het hoofd van de boer speelde zich een andere film af, eentje waarin de wethouder stoer op de zeepkist klom en sprak: 'Een indrukwekkend protest. Ondanks de drukte op jullie bedrijven, want ik weet dat jullie het hoofd alleen boven water kunnen houden door werkdagen te maken die dubbel zo lang zijn als die van ons op het raadhuis. In een eerdere toespraak zei ik nog hoe trots ik op de Texelse boeren was. Dus ik begrijp dat het voelt alsof jullie nu door mij als derderangs beroepsgroep in de hoek worden gezet. Jullie zijn immers de tweede pijler onder de economie en hoeder van het landschap. Hoe heb ik me zo in de luren laten leggen door mijn ambtenaren. Het is afgelopen met die prietpraat. Boeren, als jullie hier op Texel op een achternamiddag zo'n protest kunnen organiseren, doe dat dan ook met jullie overkantse collega's. Want die zitten met hetzelfde probleem. Dan gaan we met z'n allen met trekkers, schapen en koeien naar het Binnenhof en zullen we ze eens een poepie laten ruiken. Wat denken die idioten wel niet. En als dat niet genoeg is, rijden we door naar Brussel.'

De boer kwam weer bij zijn positieven. Zijn collega's stonden nog wat na te praten, de wethouder was weer terug naar zijn warme kantoor. Voor de boer was er werk aan de winkel. Het was immers melkerstijd. Maar hoe lang nog? Dat vroeg hij zich af toen hij terug was in zijn oude, krappe en benauwde stal. Kan ik ooit nog nieuw bouwen, of moet ik alvast op zoek naar een koper voor mijn koeien?

Dit verhaal is geheel ontsproten aan de fantasie van ondergetekende, elke gelijkenis met bestaande personen berust op toeval.

Gerard Timmerman