Sophie Wolke verraste de jury en ging door naar de halve finale.
Sophie Wolke verraste de jury en ging door naar de halve finale. Foto: Gerard Timmerman

 

Alle facetten Kleinkunst in Klif 12 

 

Geen grappen over De speld in de hooiberg en de bultrug, de voorstellingen die de revue passeerden op het Amsterdams Kleinkunst Festival donderdag, vrijdag en zaterdag draaiden vooral om de kleinkunstenaars zelf.

De band tussen theater Klif 12 in Den Hoorn en het Kleinkunstfestival is innig, voor 24ste keer streek het jonge talent op neer op Texel, om de podiumkunsten te vertonen voor het oog van kritische jury en zo'n trouw publiek dat je haast van een jaarlijkse reünie kunt spreken. Dinie Winters (83) was er alle keren bij en mag op kosten van de organisatie de finale in het hoofdstedelijke De La Mar-theater bijwonen. Veel grote namen uit de huidige cabaret- en kleinkunstwereld begonnen ooit in deze rondreizende kweekvijver. Claudia de Breij, Thomas Acda, Maarten van Roozendaal en Stef Bos zetten hier ooit hun eerste schreden.

Er hing dus veel vanaf voor de aanstormende generatie kleinkunstenaars, die instromen in een tijd dat de subsidies opdrogen en veel theaters experimenten uit de weg gaan en voor zekerheid kiezen.

Negen jonge talenten vertoonden hun kunsten, die zaterdagavond zouden horen welke zes er doorgaan naar de halve finale en begeleiding krijgen bij hun tournee door het land. Een vijfkoppige jury, onder voorzitterschap van Pieter van Empelen, met onder meer Martin van Waardenberg, vooral bekend van het duo Sjaak en Freek van de Gamma, maar ook een cabaretier die zijn sporen op het toneel heeft verdiend.

Kleinkunst moet niet worden verward met cabaret. We praten hier over podiumkunst, geen komedianten die grossieren in grappen, die je een half uur schuddebuiken bezorgen. Hier telt het verhaal, dat als een rode draad door het optreden moet lopen. Het moet origineel zijn, verrassend, krachtig, scherp, met vaart gebracht en getuigen van lef. Afwisselend was het zeker, elke avond drie optredens, waarbij veel shows draaiden om het ego van de betreffende kleinkunstenaars. Vaak doorspekt met zelfspot. Zoals de plasconference waarin Hilke Bierman, tot in detail verhaalde over de ongemakken die ze ervaart op het toilet. Of de gêne van Cortijn Tonkes bij zijn aankoop van een pakje condooms. Sommigen beperkten zich tot een soort stand up-act, andere zongen er bij, speelden piano of combineerden dit. Opvallend was dat de actualiteit ontbrak in de voorstellingen. Inkoppertjes zoals over de 'Speld', de dieren van Kotex en de bultrug, waarmee het lokale publiek makkelijk aan het lachen kon worden gebracht, bleven ongebruikt. De teksten lagen kennelijk al een tijdje klaar. Spreekstalmeester en oud-deelnemer Nina de la Croix oogstte met haar aanstekelijke presentaties veel succes. Als single mocht ze na afloop een keus maken uit een groepje Texelse mannen. Haar hart werd gestolen door Erik Zethof, de Klifmedewerker die met zijn Phil Bloemendaalstem en ter plekke bedachte kwinkslagen de show stal.

Voorzitter Van Empelen memoreerde hoe hij tijdens de drie avonden alle facetten uit de kleinkunst voorbij had zien komen. De grote vraag was: wie mag door en wie niet? Daarover werd flink gespeculeerd. Ieder had zijn of haar voorkeuren, een gesprek tussen twee toehoorders leerde dat de beleving van een voorstelling zelfs volledig tegenstrijdig kan zijn. Nina de Kom, José Schuringa, Yentl en De Boer, Hilke Bierman, Sophie Wolke en Cortijn Tonkes gaan door naar de halve finale. Een teleurstelling voor de 19-jarie Milan Sékeris, die dit na afloop verwerkte met een glas bier. Waar jury's in het verleden vernietigend konden oordelen over minder succesvolle kleinkunstenaars en soms zelfs het advies gaven om een ander vak te zoeken, was Van Empelen nu redelijk mild. Kritisch, maar ook met goedbedoelde adviezen.

Milan kreeg te horen dat zijn programma leed onder overdrijving. 'Teveel van hetzelfde, en een zeker narcisme. Behulpzaam kan zijn om, met Milans talent, de onderwerpen meer buiten zijn eigen wereld te zoeken.'

Gerard Timmerman