Noodaanlanding op Horntje getest

TESO heeft donderdagochtend de noodaanlanding in de veerhaven op 't Horntje getest.

De noodbrug die een tijdje geleden op de veerhaven is geïnstalleerd werd op het benedendek van de Texelstroom neergelaten, waarna een vrachtwagen van AB Transport met oplegger (bij elkaar achttien meter) aan boord reed. Het was even steken voor de vrachtwagen, maar hij kwam via de noodbrug aan boord.

De noodaanlanding bevindt zich vlak naast de fuik op de veerhaven. Hij is bedoeld als uitwijkmogelijkheid voor de boot voor het geval de fuik niet meer te gebruiken is. Dan kan TESO toch blijven varen. Met behulp van de noodbrug kunnen voertuigen en personen op het benedendek van de boot komen.

Volgens directeur Cees de Waal kunnen, als beide schepen gaan pendelen, op één dag via de noodvoorziening tot zesduizend voertuigen worden overgezet. Dat is vergelijkbaar met een drukke dag op Goede Vrijdag. "Op die manier kunnen we de continuïteit in stand houden." Er werd geoefend met een vrachtwagen met oplegger, omdat de noodbrug voertuigen tot achttien meter aan moet kunnen. Speciaal voor de voorziening is het pleintje voor de noodaanlanding aangepast voor voorbij rijdende voertuigen.

TESO voerde de test donderdagochtend samen met Rijkswaterstaat (eigenaar veerhaven) uit. Er waren vertegenwoordigers van onder meer de gemeente en de veiligheidsregio Noord-Holland Noord aanwezig. Zij moeten ook in actie komen als de noodaanlanding daadwerkelijk wordt ingezet.

Het idee voor noodaanlandingen dateert uit januari 2007 toen de Molengat hard tegen de brug in Den Helder voer, waarna de Dokter Wagemaker daar een aantal weken niet kon afmeren, totdat de fuik was gerepareerd. Daarna kwam eerst in Den Helder een noodaanlanding en vervolgens op Texel. In Den Helder is het Rijkswaterstaat die bepaalt wanneer de noodaanlanding moet worden ingezet en op Texel bepaalt TESO dat.

De noodbrug wordt neergelaten op de boot.