Prima debuut op de weg voor Denise Betsema

Bij haar eerste UCI-wegwedstrijd heeft veldrijdster Denise Betsema in Wichelen (België) afgelopen zaterdag beslag gelegd op een keurige 18e plaats in een deelnemersveld van 153 rensters. 

Na een pittige koers met een lengte van 123 km en een gemiddelde snelheid van 40 km/u had ze in de finale nog genoeg power in de benen om zich vooraan in de wedstrijd te kunnen melden. Helaas moest zij in de eindsprint in de remmen knijpen door een valpartij vlak voor haar en eindigde ze daardoor als 18e met een achterstand van slechts acht seconden op winnares Lorena Wiebes.

In aanloop naar het veldrijseizoen, dat in september begint, besloot het team van Denise om voor de crossers een aantal wedstrijden op de weg te gaan rijden. Mede omdat het aanbod van mountainbikewedstrijden i.v.m. de Coranamaatregelen zeer beperkt is. In de eerste plaats omdat de rensters competitie in de benen nodig hebben in hun trainingsprogramma. Zowel de ploeg als Denise beleefden zaterdag een leuke primeur: de GP Eco-Struct in het Oost-Vlaamse Wichelen was niet alleen de eerste UCI-wegwedstrijd ooit voor het team van Pauwels Sauzen/ Bingoal, maar ook voor Denise Betsema. Ondanks een salto na de finish liep dat goed af.

Haar trainer Tom de Kort vertelde ons vooraf dat het doel voor deze wedstrijd vooral het opdoen van ervaring zou zijn. “Rustig meekoersen in ‘de buik’ van het peloton en de eindstreep passeren.” Dat bleek dus voor Denise, die altijd graag vooraan koerst en meedoet voor de prijzen, een iets te lage inzet. Teammanager Jurgen Mettepenningen kon zaterdagavond tevreden terug naar huis, want op gastrijdster Julie Brouwers na passeerde het hele team probleemloos de finish. De WorldTour-rensters van het Team DSM zorgden na 11 rondjes van ruim 11 kilometer voor de verwachte massasprint die helaas als gezegd ontsierd werd door een grote valpartij. De eerste die daarachter kwam stil te staan was Denise. Daarna sprintte ze vanuit stilstand toch nog naar de achttiende plek. Na de finish ging ze zelfs nog over de kop, maar gelukkig bleef dat zonder ernstige gevolgen.

Denise had tijdens haar wedstrijd vooral genoten. “Ik heb wel wat kleine koersen op de weg gereden in Nederland, maar nooit op dit niveau. Maar het was leuk! Het was vrij nerveus en ik probeerde steeds om voorin te blijven. Ook positioneren was iets nieuws, maar ik merkte dat dat in de tweede wedstrijdhelft al gemakkelijker ging. Ik had ook echt een goed gevoel in de benen en de kasseien vond ik echt leuk.”

De eerste ervaring op de weg viel de veldrijdster dus erg mee en ze heeft zin in de komende wedstrijden: “Dit is allemaal nieuw, maar ik kijk al uit naar wat komt. Door het hoogteverschil moet ‘Dwars door het Hageland’ (5 juni a.s. red.) me nog beter liggen. En hopelijk gaan er ook nog wat mountainbikewedstrijden door.