Verzetsman Huug Snoek in 2013, terwijl hij een krans legt met burgemeester Giskes.
Verzetsman Huug Snoek in 2013, terwijl hij een krans legt met burgemeester Giskes. Foto: Archief Texelse Courant

Dit artikel is geschreven door
Gerard Timmerman

Gerard Timmerman, verslaggever Texelse Courant.

Dagboek verzetsman: "Ze waren mijn doodvonnis aan het tikken"

Historie 75 jaar vrijheid

“De commandant van de moffen dicteerde en wat ik er van begreep waren ze mijn doodvonnis aan het typen en ik kon het er horen doordat ze praten, dat ik de andere dag om negen uur te velde moest worden doodgeschoten.”

Citaat uit het dagboek van Huug Snoek (1910-2015), die een vooraanstaande rol in het verzet speelde. Bijna dertig jaar van zijn leven (1925-1953) noteerde hij daarin dagelijks zijn belevenissen. Ook over die roerige dagen tijdens de Russenoorlog, waarin hij zij aan zij vocht met de Georgiërs, en over de tijd dat hij bewaker was in het beruchte interneringskamp De Vlijt, waar NSB’ers en SS’ers gevangen werden gehouden. “We wisten dat hij zijn aantekeningen bewaarde in een kastje in de woonkamer. Maar de inhoud hield hij strikt voor zichzelf. Hij wilde bijvoorbeeld niet dat namen van NSB’ers kort na het oorlogsgeweld op straat kwamen te liggen”, vertelt zijn zoon Willem.

Oplage van drie

Zijn vader bepaalde dat zijn dagboek na zijn dood bij de stamhouder van de familie terecht zou komen, zijn neef Hugo. Toen die niet wist wat hij aan moest met de schrijfsels, tekeningen, foto’s en ander materiaal van zijn opa ontfermde Willem zich over deze opmerkelijke nalatenschap. Die tikte de teksten over en na jaren van monnikenwerk resulteerde dat in een boek van 309 pagina’s. De oplage van “Ze waren mijn doodvonnis aan het typen” blijft beperkt tot drie, allemaal voor de familie, het boek is niet te koop. “Maar nu eigenlijk iedereen die in het boek voorkomt dood is, mag de inhoud via de krant wel naar buiten.” Als eerbetoon aan zijn vader, het verzet en om recht te doen aan een opmerkelijk stuk Texelse geschiedenis. Weergegeven in precies dezelfde bewoordingen zoals de schrijver het destijds zelf opschreef.

In het dagboek neemt Snoek de lezer mee door zijn leven. Van zijn jeugd in het Zuid-Hollandse Nieuwenhoorn. Over zijn bijnaam Bokking, “bij de meester Krieltje, omdat ik zoo klein was. Meester Bijleveld sloeg je met de landkaartstok op je donder en met zo’n venijnig rottinkje.”

Appels stelen

Een ondeugende arbeidersjongen: “We vingen nog wel eens een kikker en die ging prompt in de broek bij de meisjes en dan grote lol. Bij Toledo gingen we de peren en de appels stelen. We wachten zondagmorgen als ze naar de kerk gingen. Dan zaten wij in de suikerperenboom. Hij heeft ons verscheidene keren achter ons aan gezeten.

De meeste boerenzoons waren op school beter af. Ze hadden meer voorspraak als kinderen van de arbeiders. De groenteboer gooide restanten er in (het kanaal) en ook halve rotte sinaasappels en dan probeerden wij ze aan de kant te krijgen met een lange stok. En dan aten we van sinaasappels wat niet verrot was op. De sluisput aan de Vlotbrug, daar leerde iedereen van school zwemmen, want een zwembad was er niet. Als je veel kattekwaad en nog wel eens wat jatte, ging je naar het verbeteringsgesticht tot je eenentwintigste jaar. De politie kwam nog wel eens op school voor het een en ander. Snoek hield aan een akkefietje een tik met de gummielat over.

Foto: Bieten dunnen (op één zetten). Huug Snoek tweede van links, naast hem links zijn vader Cor. 

In de strenge winter van ’29 konden arbeiders niet werken en steun kregen ze niet en omdat vader vast bij de boer Trouw was, moesten we erwten lezen. De wormstekelige uitzoeken uit de goeie en wat overbleef waren zaai-erwten. Dan verdiende vader nog wat. Zondagmiddag kregen we twee cent om te snoepen.” Zijn rapport: Tekenen een 8, Gedrag een 5. Nederlandse taal een 4.

“Nog een jaar naar de landbouwschool in Den Briel. Twee dagen in de week naar school en dan was je de rest van de week thuis. De boerenzoons keken je niet aan, omdat je maar een arbeidersjongen was. Bij de Tweede Kamer verkiezingen werkte ik bij ons in de tuin, toen partijleden van de SDAP (voorloper PvdA) voorbij kwamen en die vroegen aan mij of ze een verkiezingspamflet op mochten plakken op het luik van de schuur. Ik zeg: dat is wel goed. Vader was kwaad, ze hoeven niet te weten dat we rood stemmen, er benne al werkloze genoeg. Het moet eraf, want de boeren moeten niks van de SDAP hebben. Als ik werkloos raak hebben we nog minder.

Trap voor m'n reet

‘s Zomers zat ik in de kassen druiven opbinden, dieven en later krengen en in de herfst inpakken voor de veiling.” Ook volgde hij een cursus koeien melken. “Naar Duitsland gesolliciteerd voor melkknecht intern. Daar kon ik zo beginnen en dat verdiende goed. Vader zei: wat moet je bij die moffen, laten ze de koeien zelf maar melken. Dat ging ook over.” ’s Avonds te dansen. “We wilden de wereld in. Ik wou naar zee, maar dat was niet zo eenvoudig. Uiteindelijk kon vader een van Hellevoet ene Luk, die voer op een coaster en daar ben ik toen met meegegaan als lichtmatroos in de keuken. Ik kan je wel vertellen dat ik doodziek was. Ze noemden de Jantine ook wel eens het dronkenmans schip, dat zat hoofdzakelijk in L. Tuk. Die kon ongelofelijk veel zuipen. Op 1 mei waren we in Duitsland aan de Oostzee. Op het plein in het stadje stond een man een redevoering te houden en toen die uitgepraat was riep die drie keer sieg heil. Maar opeens krijg ik een trap voor m’n reet omdat we geen hand op staken om sieg heil te roepen.

Huug Snoek in militair uniform. 

Toen hij op een keer thuis kwam, wachtte de politie hem op. “Als je uit je eigen naar de dienst gaat op Bergen op Zoom, dan ga ik weer weg. Toen ik me ’s morgens om tien uur bij de wacht meldde zei die: ik zal het doorgeven. Bij mijn eerste uitbetaling kreeg ik woorden met de sergeant. Ik kreeg zestig cent uitbetaald. Ik zeg: ik groet niet voor die zestig cent. Ik moest ’s avonds op het matje komen en dat hield in een dag lichte straf.” Hij zou vaker straf krijgen. Bij de mobilisatie raakte hij naar Vlissingen, Den Haag en toen naar Limburg. “We werden in het gelid gezet. Er stopten drie auto’s en wie kwam daaruit: de Koningin. Die kwam op inspectie. Ze liep langs ons heen en praatte met de sergeant. We gingen te schieten met karabijn en pistool op de St. Pietersberg.

Moffen al in Sittard

En toen staken de Duitsers de grens over: “’s Nachts kwam er een spoorwegman en die zei: maak dat je weg komt, de moffen zitten al in Sittard. Ik zeg nog zoo: we wachten het maar af. En inderdaad, na een half uur een berg gerommel en daar kwamen de eerste pantserwagens aan. Er stond een mof in de koepel en die schreeuwde door de luidspreker: niet schieten, wij ook niet schieten. Ik dacht nog zoo: daar sta ik de hele nacht niet voor en blies alarm.” Uiteindelijk wist hij te ontkomen en ontdeed zich van zijn soldatenpak. “Ik zeg: voor mij is de dienst afgelopen.” Hij werd krijgsgevangen gemaakt en mocht terug naar huis.

Naar Texel

“Voor ons werd het steeds beroerder en dat we afgehaald zouden worden om naar Engeland te gaan hoorden we niets. Broer Cor schreef dat ie ging trouwen met T. Huisman. Dus raakte ik naar Texel. Toen we bij de familie Huisman kwamen was het zoenen geblazen. Zoenen dat was een Texelse gewoonte. Ik vroeg aan Rika Bruin (nicht van Trijntje, die al verloofd was) is hier nog wat te doen vanavond. Ze zei: alleen de bioscoop.” De vonk sloeg over: “Ze zou de verloving uitmaken om mij. Ik kwam in de kost bij een broer van Cor z’n vrouw en die woonde in het Buurtje van Oudeschild. Ik ben in april 1942 begonnen bij boer Hin en mijn eerste werk was de mesthoop over het land brengen. Broer Cor zei tegen me, ik zal je opgeven bij de ondergrondse. In mijn vrije tijd hielp ik Cor met graven maken, want als er een lijk aanspoelde, dan moest die begraven worden. Er moest een Duitsers met militaire eer worden begraven en als ze de kist laten zakken. Ik zeg: ik doe er allemaal oranje bloemetjes op, bloemen zijn bloemen. Maar dat pakte verkeerd uit en als dat nog eens gebeurt werd ie (Cor) opgepakt." In januari 1943 trouwden Huug en Rika. De oorlog sloeg steeds harder toe, we hadden elke week wel een Engelse of een ander te begraven.

Kaukasiërs

Broer Cor zei: we hebben goede connecties met de Kaukasiërs, dat waren Russen die waren ingelijfd bij de Moffen. Ze hadden gevraagd op hoeveel mannen ze konden rekenen als ze een uitval zouden doen tegen de Moffen. Cor zei, onze hele ploeg bestaat maar uit goed dertig man die strijdvaardig is. NSB vrouwen liepen met krantjes van Volk en Vaderland en collecte voor winterhulp. Als ze dan bij Riek aan de deur kwamen, dan zeiden ze sarcastisch, jullie geven wel niet.

Foto: Huug Snoek (rechts) in uniform tijdens de mobilisatie. 

Ik kreeg bericht voor achten dat we in actie moesten komen. De bedoeling was de boel in de brand te steken bij een NSB-boer. Ik gooide een fles benzine over het stro. Het fikte goed en wij er van door. Maar toen we thuis kwamen brandde er niks. De boer had het uit weten te maken en op tijd ontdekt.

Riek liep op de laatste dagen en dokter Vellinga moest komen en de tiende juli (1944) hadden wij een baby, een dochter (Maria Hendrica). De toestand werd er niet beter op, want de geallieerden waren geland in Frankrijk. Dus was het uitkijken voor de moffen.

Cor zei tegen mij; ik geloof dat er wat gaat te gebeuren. We hebben contact gelegd met de Kaukasiërs en die wilden wel een uitval beginnen met ons. Het zou 4 oktober moeten plaatsvinden, maar door een of andere reden is het afgelast. De toestand werd steeds slechter en in begin nov 1944 werden de burgers opgehaald door de moffen, die staats gevaarlijk waren en tijdelijk opgesloten. En toen kwam het bevel dat alle mannelijke personen tussen zeventien jaar en vijf en dertig zich moesten melden bij de ULO school. Dus dat was onderduiken geblazen. Onder de vloer was een grote kelder en daar doken we in.

Gevlucht

Na een paar dagen zei Riek, als dit lang duurt, word ik er gek van. Na twee dagen zeg ik, we gaan ons melden en zien wel wat er van komt. ’s Morgens om een uur of vier kwamen we in Leeuwarden aan. Toen ik bij de poort kwam, stonden daar Moffen op wacht. Ik ging er naar toe en zei, ga eens wat opzij, want ik moet er door en tot mijn verbazing gingen ze opzij en ze lieten mij er door en ik stond onverwacht buiten. Een paar honderd meter verderop stond een meisje. Ze zegt ben je een Tesselaar. Ja zei ik en ze zei ik moet een Snoek hebben. Nou, hier staat ie dan. Ze zei, je moet direct mee. Ik ben opgevangen door het verzet.

De moordpartij begon

Na de winter weet Huug Texel te bereiken. “Naar broer Cor. Ik zeg, hier ben ik weer. Het eerste wat ie zei, we hebben contact met de Russen en misschien komt er wel een uitval. Op een dag kwam er een ’s middags vertellen dat de strijd vannacht om een uur zou beginnen. Alles moest gedaan worden met mes of dolk. Kwart voor een maakte Cor mij wakker en om een uur begon de moord partij. Wij kregen geweren van de vermoorde Duitsers. De strijd was gauw beslecht.

Wildwest film

We werden gehaald door de Russen om een uur of twee en toen we daar (Texla) aankwamen leek het meer op een wildwest film. De commandant zei: alle nationale kapot schieten. Dat waren de NSB’ers. Maar dat wilde Cor niet. Uiteindelijk riep Cor mij en zei: zeg jij ook er eens wat van. Cor zei: de Russen hebben niks te maken met de NSB. Die zijn voor onze rekening. Ik zeg: het kan mij weinig schelen. Ze hebben ons vijf jaar achter onze broek aangezeten en alles verraden. Na eindelijk veel heen en weer gepraat is besloten de NSB voor onze rekening te nemen en de Duitsers voor rekening van de Russen.”

Ze schieten je voor je bast

Snoek beschrijft hoe hij in het heetst van de strijd met zijn broer en zes Georgiërs de commandant van het verzet Kelder gaan ophalen. “Op de hoek Parkstraat Groeneplaats werden we onder vuur genomen. Kelder zei: wat moet ik doen. Ik zeg: als je daar blijft staan, dan schieten ze je voor je bast.” Later, op weg naar Texla: “Ik ging nog even bij huis aan, waar Riek was bij der moeder, om te zeggen dat alles oké was. Ze zegt: dan hoef je toch niet mee als alles achter de rug is. Ik zeg: dat gaat zomaar niet en ik ging gelijk weer verder met de Russen. Bij het kerkhof aangekomen komt er een aanfietsen en ze vroegen het wachtwoord. De Duitser zei: für was en ze schoten hem gelijk dood.”

NSB'ers arresteren

We gingen door met NSB’ers te arresteren en er zaten er in de Gemeente kamer al een twintig. Ik kreeg een seintje dat er een Duitser bij J. Huizinga zat ondergedoken. De vrouw van Huizinga zei tegen mij: Snoek dit is een goeie Duitser (Heinz Hlawatschek). Na wat heen en weer gepraat besloot ik dat ik hem vast zou zetten bij de NSB. Ik zeg tegen hem, als we op de Steenenplaats de Russen passeren, dan zeg je niks, want als ze horen dat je een mof bent, dan schieten ze je alsnog kapot.”

Foto: Verzetsman Huug Snoek (rechts) en soldaat Heinze Hlawatschek redden elkaar het leven.

Tijdens de beschieting van Den Burg zocht hij dekking bij het gemeentehuis. “Ik hoorde in de kelder praten en dacht hier zitten nog een paar mensen in. Toen er een granaat insloeg kreeg ik zoveel luchtdruk, dat ik de kelder intuimelde en ik hoorde nog zeggen Snoek is ook getroffen. Ik zeg nog zo, ik ben niet getroffen, maar ik smeerde hem wel.”

Opgebracht

Snoek dook later onder bij Ter Steege in de Dennen. Waar hij uiteindelijk werd opgepakt. Ik werd opgebracht lopend met een mof achter mij aan. De soldaten leverden mij af in het huis van Beers op de Groeneplaats. Daar zat het standgerecht. De commandant van de moffen dicteerde en wat ik ervan begreep waren ze mijn doodvonnis aan het typen. Even daarna kwam die mof die binnen die ik had laten leven (Hlawatschek). Wat ze daar hebben bepraat weet ik niet, maar de commandant kwam terug en toen zei die, je bent vrij en je kunt naar huis gaan.”


Zo tekende Huug Snoek hoe Duitse soldaten hem na zijn arrestatie naar Den Burg brachten. - Collectie familie Snoek

Canadezen

Over de periode tussen landelijke bevrijding op 5 mei en de komst van de Canadezen op 20 mei: “Het was een rare situatie. Wij liepen gewapend in een overall met de ondergrondse armband en de moffen moesten de bezetting houden en daar tussen liepen de Russen die nog bewapend waren en die schoten zo nu en dan ook nog op de moffen.”

Strubbelingen

Als arrestatie-commandant werd Snoek na de bevrijding belast met het ophalen van NSB’ers. “Een ieder probeerde zijn eigen schoon te praten, maar dat hielp niet. Die verkeerd waren geweest in de oorlog werden opgepakt en de boekhouding in beslag genomen.” Over een gearresteerde NSB-boer: “Die zei dat ie NSB’er was geworden omdat ie nog een nieuwe fiets had. Ik zeg: mag ik hem niet houden. Ze zeiden, dat mocht ie wel, als ie dan maar van de NSB en dat heb ik toen maar gedaan en ik mocht de fiets houden.” Het oppakken ging niet altijd zo gemoedelijk: “Met het arresteren van de dames die in de oorlogsjaren met de moffen gingen, dat gaf wel eens strubbelingen.” Zoals die vader: “Hij zei: als jullie mijn dochter meenemen, dan steek ik je aan het mes.” Een andere vader: “Dan sla ik je met de voorhamer.”

Verzetskruis

Snoek, bewaarde zo ongeveer alles: In het boek veel familie- en andere foto’s, onderscheidingen (onder meer het Oorlogskruis en mobilisatie 1940-1945 en het Verzetskruis) documenten, knipsels en brieven. Saillant is de gedetailleerde lijst van “foute Texelaars”, gerangschikt naar groepering, met naam en toenaam: SS (9), de WA (26), de NSB (94). Jeugdstorm (10), ronselaars van de SS (1), Juffrouw germaanse opvoedkunde (2), vrijwillige oekraïne boeren (8), Rijks Duitsers (2), Wehrmachtleveranciers (8), onbetrouwbaren, profiteurs en sympathisanten (12), lid Agrarisch Front (1), Controle Dienst, o.a. dorsmachines (5), Troepentransport (9), zwarthandelaren (2) en moffenmeiden (27).

Foto: Gevangen SS'ers en NSB'ers werden bij boeren aan het werk gezet. 

Bij zijn uittreden van de dienst Binnenlandse Strijdkrachten in augustus 1945 ontving Snoek van Prins Bernhard een draagmedaille met de beste wensen. “Interneringskamp De Vlijt (tegenover het vliegveld, waar NSB’ers en SS’ers, etc. gevangen werden gehouden) had mij gevraagd als werkmeester. Wij moesten nog het hele kamp inrichten, want er stonden alleen een paar barakken en bunkers van de moffen op De Vlijt. Wij organiseerden van alles en haalden het materiaal uit bunkers van de Noord en Zuid batterijen. Om het kamp moest een prikkeldraadversperring komen, met iedere hoek een uitkijktoren. Er zaten 800 gevangenen. De SS’ers wilden uitbreken en in opstand komen. Na de geruchten liep ik ’s nachts mijn rondje in het kamp en ik kreeg te horen dat ze zouden uitbreken voor de kerstdagen, want ze wilden met de kerstdagen thuis zijn. Ik kreeg ’s nachts mijn eigen doodvonnis te horen. Ze zouden de ondercommandant gevangen nemen en de commandant en ik zouden worden doodgemaakt. Toen ik dat hoorde, liet ik ze midden in de nacht aantreden. Ik zeg: voor jullie me dood willen maken, zullen we maar een paar uurtjes strafexercitie geven.” Het ging er in het kamp niet zachtzinnig aan toe. “Ik pakte tien gevangenen en liet het kamp ondersteboven halen. Het resultaat was een kruiwagen met dolken, messen, loden pijpen en nog meer van het spul.”

In september 1946 nam Snoek daar ontslag: “Ze hebben nog matrozen bij de TESO en je hebt gevaren, je kunt solliciteren.”

Zijn naam bleef lang verbonden aan TESO. Jarenlang exploiteerde hij met zijn zwagers, de gebroeders Bruin de buffetten van de veerboot.

Gerard Timmerman


Willem Snoek met het boek dat hij samenstelde over het dagboek en ander materiaal dat zijn vader achterliet. Foto Evalien Weterings

De podcast van 28 maart 2024.
Podcast Texel deze Week 28 maart 2024 Algemeen 16 uur geleden
De kust bij paal 9 eind vorig jaar.
Inloopbijeenkomst onderzoek zuidwestkust Texel Algemeen 27 mrt, 11:00 1
Afbeelding
Diabetes Challenge 2024, wandelen om gezond te worden en te blijven Algemeen 27 mrt, 09:06
Afbeelding
Op zoek naar een leuke uitdaging?? Vacatures 26 mrt, 16:27 2
De schrijvers bij Bunker Texla.
Kennismaken met de Texelse geschiedenis Algemeen 26 mrt, 12:30 1
Afbeelding
Kunstlezing over Frans Hals bij Artex Cultuur 26 mrt, 10:15
Kikker
Kikker komt op bezoek in de bieb Algemeen 25 mrt, 20:11
Afbeelding
Tevoko-toernooi naar De Koog Sport 25 mrt, 14:30 3