Voorbeeld van een Duits persbericht, verplicht afgedrukt in de Texelse Courant.
Voorbeeld van een Duits persbericht, verplicht afgedrukt in de Texelse Courant. Foto: Archief Texelse Courant

Dit artikel is geschreven door
Gerard Timmerman

Gerard Timmerman, verslaggever Texelse Courant.

Grens "goed" en "fout" soms vaag

Historie

In tijden van oorlog staat de democratie onder druk. Het gemeentebestuur van Texel werd tijdens de Duitse bezetting in de Tweede Wereldoorlog buitenspel gezet. De krant bleef verschijnen, maar werd gedwongen ook Duitse persberichten te publiceren. De grens tussen "goed" en "fout" was soms vaag.

Na de capitulatie verstevigden de bezetters gaandeweg hun greep op het bestuur. Aanvankelijk werd de gemeenteraad ongemoeid gelaten. Belangrijk besluit uit die tijd viel op 13 juli 1940: de oprichting van een noodziekenhuis (het ziekenhuis in Den Helder werd ontruimd). Met de Wehrmacht werd een contract afgesloten over medegebruik.

Later werd de raad buitenspel gezet. De laatste vergadering was op 13 juni 1942. In dat jaar werd NSB'er Rijk de Vries, nadat hij daartoe een spoedcursus had gevolgd, geïnstalleerd als burgemeester. Wethouder De Waard weigerde hem de ambtsketen om te hangen. Zijn collega-wethouder deed het tegen zijn zin wel, wat hem niet in dank werd afgenomen. Beide wethouders namen daarna ontslag. Ze werden opgevolgd door twee Texelse NSB-wethouders.

Gemeentesecretaris Jonker kwam in een lastige positie en moest laveren tussen de felle (oranjegezinde) ambtenaren en de eveneens fanatieke NSB-burgemeester. De sfeer in het gemeentehuis “was en bleef er een van solidariteit; men stond aan de goede kant, dus was het oké”, memoreert oud-ambtenaar en gemeentesecretaris Piet Beemsterboer in zijn boek “Overleven in angst”.

De behoefte aan informatie, zeker gedegen, was groot. In de oorlog bleef de Texelse Courant verschijnen. Binnen de familie Duinker, destijds uitgever van de krant, is over het al dan niet doorgaan destijds weinig discussie geweest. “De krant was voor ons en voor de Texelaars onmisbaar, ermee stoppen zou nergens goed voor zijn geweest. Ongetwijfeld zou er met steun of op initiatief van de Duitsers een ander blad zijn gekomen. Nu hadden we de zaak nog enigszins in de hand”, zei mevrouw Duinker-van Wijk bij het 100-jarige bestaan in 1987.

Texels Courant

Dat betekende dat de krant werd gedwongen tot het publiceren van allerlei Duitse persberichten, inclusief illustraties. Maar volgens de schrijver van het artikel in 1987 is er geen twijfel aan dat de Duinkers tot de goede Nederlanders behoorden. “Naast de verplichte publicaties zijn in de jaargangen 1940-1945 geen berichten te vinden met een nazistische toon die door Duinker of een medewerker zelf zijn geschreven." Niet verwonderlijk. Johan Duinker zat ook in het verzet, en toen broer Gijs een plaatje van de Duitse vlag vrijwel onherkenbaar afdrukte, werd hij daarover in Den Haag ter verantwoording geroepen. Toen liep het met een sisser af. Het kon gebeuren dat het ene moment Duitsers in de drukkerij rondliepen en het andere mensen uit het verzet, voor illegaal drukwerk. Beemsterboer: “Herhaaldelijk kregen we illegale bladen in handen, die uiteraard gretig gelezen werden en weer doorgegeven."

Verschijningsverbod

Door papierschaarste was de krant heel dun en van 28 april tot 5 mei 1945, toen de Russenoorlog was uitgebroken, verscheen de krant helemaal niet. De geweldsuitbarsting kostte beide Duinkers het leven. Zoals elke krant die in de oorlog was doorgegaan, kreeg de Texelse Courant na de bevrijding een verschijningsverbod, in afwachting van een onderzoek inzake der houding van redactie in de oorlog. Nadat J.A. van der Vlis de Haagse autoriteiten had gewezen op de verzetsactiviteiten van de Duinkers, mocht de krant al na drie weken weer verschijnen.

Scholen

Tijdens de oorlog gingen kinderen zo goed en zo kwaad als het ging naar school. Maar menig schoolgebouw werd gevorderd door de bezetters. Met wat improviseren kregen de kinderen elders les. Zo werd de school in Zuid-Eierland tijdens de mobilisatie in gebruik genomen voor huisvesting van Nederlandse militairen en na de capitulatie voor Duitsers. Voor de lessen werd uitgeweken naar boerderij Vruchtbaaroord, maar ook in Pomona werd een lokaal ingericht. Ook in De Waal werden soldaten in de school ingekwartierd. Daar gingen de lessen verder in de doopsgezinde Vermaning. In Den Hoorn gaf de meester een poosje les in boerderij De Stolp. Maar tijdens de oorlog bivakkeerden daar ook Duitsers.

Verzet

Na de bezetting werd het verzet ook op Texel actief. Gemeentelijk hoofdambtenaar Kelder was de commandant van de ondergrondse op Texel. Jaap Keijzer “De Lord” was ondercommandant, zeg maar de leider “in het veld”. De activiteiten van de ondergrondse bestonden hier onder meer uit het verspreiden van pamfletten, hulp aan onderduikers, zoals het informeren over razzia's, vervalsing of ritselen van persoonsbewijzen, doorspelen van informatie en sabotage. Zo ging er bij de bunkerbouw nog wel eens wat mis met het beton en belandde betonijzer op de verkeerde plek.

Albert Jullens werkte als "Assistent van de Rijksbelastingdienst". In die hoedanigheid is hij, als actief lid van het verzet op Texel, waarschijnlijk in aanraking gekomen met het Nationaal Steunfonds (NSF). Dit fonds was in de Tweede Wereldoorlog een verzetsorganisatie die behulpzaam was bij het financieren van de illegaliteit in Nederland. Je zou hem dus ook een soort "bankier van het verzet" kunnen noemen. Hij sneuvelde tijdens de Russenoorlog.

Goed en fout

De grens tussen “goed” en “fout” was soms vaag. Zo was de rol van Keijzer lange tijd omstreden. Verzetsman, maar hij leunde ook tegen de NSB aan. Wat velen niet wisten was dat hij in opdracht van de leiding van het verzet infiltreerde in de NSB. Burgemeester De Vries was dan wel fout, toen hij brieven kreeg over onderduikers, van een verrader die in ruil wilde dat zijn zoon niet in Duitsland tewerk zou worden gesteld, liet hij de brieven ongebruikt.

De NSB had op Texel een relatief grote aanhang, ook landelijk gezien. Bij de Tweede Kamerverkiezing van 1937 haalde de partij 307 stemmen, 7,19 procent. In de oorlog waren er op Texel vrij veel NSB'ers, maar over het algemeen waren het geen verraders. Over de NSB op Texel in een andere editie meer.

Texel had een strategische ligging, zeker toen de Geallieerde dreiging groeide. Het verdedigingsstelstel werd op allerlei plekken uitgebouwd, het eiland veranderde langzaam in een vesting. Mijnenvelden, strand en duinen werden verboden gebied, geschutsopstellingen en honderden bunkers werden gebouwd. Om al die steunpunten te bevoorraden lieten de Duitsers een smalspoor aanleggen. Een traject van de haven van Oudeschild naar De Koog. "Op de bok zat Janus van Harn een kennis van mijn opa. Hij gooide op afspraak af en toe een dikke briket bij de Nederlanden van de trein en dan haalde mijn vader die op met de fiets", vertelt Gelein Jansen. Een tweede spoor had een emplacement in Zuid-Eierland en aan de Slufterweg liep langs een derde lijn naar het Noorden.

Joden

De bezetters voerden de jodenvervolging sterk op. Zo moest iedere ambtenaar op het gemeentehuis verklaren of hij al dan niet van joodse afkomst was. Ook allerlei besturen en commissies moesten zo’n verklaring afleggen. “We zijn allemaal onprincipieel geweest om die verklaring af te geven”, schrijft Beemsterboer. Maar er waren er ook die weigerden te tekenen. Zoals dominee N.J. van 't Hooft uit De Waal. Hij schreef Rijk de Vries: “Aangezien ik een volgeling ben van Christus, die een jood was, kan ik de verklaring niet ondertekenen.” Hij werd uit de oudercommissie van de school van De Waal gezet. Willem Slaman, die op het distributiekantoor werkte, weigerde ook te tekenen. “Ik gehoorzaam eerder de bisschop dan de burgemeester.” Ook hij kreeg ontslag.

Wonderwel overleefden alle Texelse joden tijdens de oorlog. Overigens waren er dat er niet zoveel, slechts enkele families. Harry de Graaf liet ze tijdens zijn lezing tijdens de herdenking van 4 mei in 2019 de revue passeren. Zoals sigarenmaker en omroeper Levie Polak en handelaar David Frank. Polak was ondergedoken en Frank waarschijnlijk nooit verraden. Meester J. de Vries en zijn vrouw hadden het joodse meisje Peppi Prior in huis genomen, wat geen problemen heeft opgeleverd. Bernhard Benjamin Penha zat in Oosterend ondergedoken en ook Salomon Valvekens ontsprong zo de dans. Ook Aafke Pieterse-Borgman en haar kinderen kwamen ongehinderd de oorlog door, mogelijk omdat ze nergens te boek stonden als joden. Aafke stond in 1944 moedermelk af voor het zoontje van NSB-burgemeester Rijk de Vries.

In februari 1941 stond in de krant dat personen van "Joodsche bloede" zich moesten melden. Elias (Eli) Vlessing, met zijn broer Israël eigenaar van de NV Goederenhandel, had zich gemeld. Hij werd met zijn gezin opgepakt en afgevoerd naar Westerbork. Vlessing beweerde dat hij geen jood was, maar het buitenechtelijke kind van Krijntje Kooiman-Dros. De Duitsers geloofden dat niet zomaar en stelden een onderzoek in. Ook Krijntje werd verhoord. Ze moet daarbij zo dramatisch tekeer zijn gegaan, dat de Duitsers erin trapten en de familie Vlessing in vrijheid stelden.

Bronnen: Texelse Courant, Overleven in Angst, Uitgave Historische Vereniging en archief Luchtvaart- en Oorlogsmuseum Texel (www.lomt.nl). Met dank aan Gelein Jansen, Jan Nieuwenhuis en Harry de Graaf.

Zondagmiddag is Madama Butterfly te zien tijdens de Royal Opera House voorstelling.
Back to Black & Butterfly in Bios Algemeen 2 uur geleden
De nieuwe podcast van de Texelse Courant.
Podcast Texelse Courant 18 april 2024 Algemeen 18 uur geleden 1
Afbeelding
Opvangcentra werken samen voor verstrikte zeehonden Algemeen 20 uur geleden
Afbeelding
Texel '94 moedeloos door vernielingen Algemeen 21 uur geleden 7
Afbeelding
Voorkom maaislachtoffers Algemeen gisteren
Lopen voor de Avondvierdaagse.
Start inschrijving Avondvierdaagse Algemeen gisteren 1
Afbeelding
Markant huis in BinnensteBuiten Algemeen 17 apr, 17:00 3
Samen veilig fietsen
Veilig Verkeer Nederland organiseert de opfriscursus "Het Nieuwe Fietsen" Algemeen 17 apr, 14:22 2