Onderzoek toekomst zuidwestkust Texel

Een megasuppletie voor de zuidwestkust van Texel, helemaal niets meer doen, een strekdam aanleggen, gewoon blijven suppleren of aanleg van kerven in de buitenste duinenrij. 

Het zijn een aantal varianten voor de toekomst van de kust tussen paal 8 en paal 12 die in opdracht van de provincie Noord-Holland worden onderzocht door bureau Witteveen+Bos. Vertegenwoordigers van het bureau waren woensdagavond in dorpshuis De Waldhoorn in Den Hoorn om de stand van zaken toe te lichten. Kort gesteld: de zuidwestkust van Texel is sinds de invoering van de basiskustlijn in 1991 zo'n beetje het meest gesuppleerde stukje kust van Nederland. Sinds 1993 is per strekkende meter gemiddeld zestig kuub zand per jaar aangebracht. Dat vergt forse investeringen en op lange termijn wordt het een vraag of er nog voldoende zand van de Noordzeebodem kan worden gehaald voor suppleties. 


In de wetenschap dat ook de zeespiegel stijgt, wordt bekeken wat er allemaal mogelijk is om de zuidwestkust toekomstbestendig te maken, zodat Texel veilig blijft bij hoogwater. Meespelend is dat het achterliggende duinlandschap intact blijft evenals het gebruik van het gebied (recreatie, strandpaviljoens en oefeningen van het Korps Mariniers). Dat leidt op het moment tot het verkennen van alle voors en tegens van diverse varianten, zodat de provincie, de gemeente, Rijkswaterstaat, het Hoogheemraadschap, Staatsbosbeheer en Defensie besluiten voor de toekomst kunnen nemen.


Het meest vergaand van de opties die bekeken worden, is het loslaten van alle beheer van het gebied zodat er een soort van wildernis kan ontstaan. Een andere optie is een megasuppletie waarbij het strand tussen paal 8 en paal 12 honderd tot tweehonderd meter breder wordt gemaakt. Idee van die optie is dat dan om de tien tot vijftien jaar een nieuwe suppletie toereikend is en niet om de paar jaar. Nog een optie is het aanbrengen van kerven in de duinen, zodat daar zand doorheen kan stuiven en het achterliggende gebied van lieverlee hoger wordt. 


Oud-Hoornder Wim Ridderinkhof, woensdag aanwezig in De Waldhoorn namens Witteveen+Bos, benadrukte dat er vooralsnog naar de opties voor de toekomst wordt gekeken. Daar worden ook bewust extremere varianten in meegenomen de voors en tegens inzichtelijk te krijgen en om te zien welke effecten verwacht kunnen worden. Hij sprak de verwachting uit dat er uiteindelijk voorstellen komen waarin van meerdere varianten wat terug te vinden is. Als er een eindrapport ligt, komt Witteveen+Bos terug naar De Waldhoorn om belangstellenden bij te praten. Daarna is het aan provincie, gemeente, Rijkswaterstaat, Hoogheemraadschap, Staatsbosbeheer en Defensie om besluiten over de zuidwestkust te nemen.