Wortels….

We zitten op het terras van de Compagnie, zijn net naar een huis wezen kijken aan de Ruyterstraat en besluiten een kop koffie te gaan drinken. Het is voor de jeugd moeilijk om te starten met een huis op dit eiland. De huisprijzen zijn hoog in vergelijk met de overkant. "Drie cappucino graag, met de worteltaart alstublieft", bestelt dochterlief. Ik pak pen en papier en ga van alles opschrijven, een grote rekensom, waar natuurlijk aan het eind iets mist. Ik moet denken aan jaren geleden: we zaten in hetzelfde schuitje en toevallig in dezelfde straat. Prachtig om te wonen, aan de dijk, daar liggen ook haar wortels, daar vlakbij het water, hoe vaak zullen we er niet een rondje met de poppenwagen en de hond hebben gelopen? Mijn vader deed een duit in het zakje, een borg, want hij wist, beter dan de bank, dat we er voor zouden gaan, dat de wil en de kracht er zou zijn. Als ik naar haar en mijn schoonzoon kijk besef ik dat de geschiedenis zich herhaalt. "Het komt goed, de rente is laag, we gaan het proberen." Stralende gezichten daar op dat terras. Ik keek op het naambordje van de buren, een vertrouwde naam, goede buren hebben is belangrijk, nog belangrijker dan een gestroomlijnde badkamer. Ik had in mijn ouderlijk huis geweldige buren, in mijn ogen jonge moderne mensen. Ik mocht op de kleine kinderen passen. Platen draaien op de pick up, en iets lekkers bij de koffie stond klaar. Wil was ongelooflijk handig, ze naaide een jurk voor me dat ik moest afdansen, en had de leukste ideeën voor in huis. Bij ons stond al jaren een eiken bankstel, maar zij toverde met ribcord en kussens van gehaakte lapjes in bruin en oranje de mooiste dingen. Ze raspte de wortels in plaats van heel gaar te koken. Was veel gezonder. En ik kon ook met haar lachen, buiten in de tuin de kleren uit, lekker bruin, dat was heel wat anders dan de parasol en zomerjurk van mijn moeder. Een paar weken geleden sprak ik haar man in de Aldi, hij vertelde dat ze Parkinson had en dat na zijn chemokuren dat een hele zure appel was om door heen te komen. Op de volgende vrije middag zaten we buiten om de koffie, ja inderdaad, wat een knippen en bulten ondervind je dan op je pad. We praten over de symptomen, buiten het trillen en de vermoeidheid is er de depressiviteit. Parkinson staat er bekend om, naast de acceptatie lijkt de wereld ook de glans te hebben verloren. "Maar wat doe jij eigenlijk allemaal? Vertel eens wat leuks…" De oude Wil komt om de hoek. Ik vertel dat ik metershoge aardperen heb in de groentetuin, maar slabonen bij de stokken heb geplant. Dat de dahlia's en artisjokken geweldig bloeien, maar de kolen net gatenkazen lijken. Ze moet lachen en springt op: "Ik heb nog iets voor je." Ze plukt een hele bos Sedum wat groeit langs de schuur. "Zet ze maar in het water, er komen wortels aan, en dat doet het altijd!" Zo gezegd zo gedaan, bordje erbij: "Wil". "Heten die bloemen Wil?", vraagt manlief. "Ja, zo heten ze" en het zijn mijn wortels", zeg ik lachend.

Jozien