Schapenfokker Cees Commandeur met één van zijn toprammen, pas anderhalf jaar en al drievoudig kampioen.
Schapenfokker Cees Commandeur met één van zijn toprammen, pas anderhalf jaar en al drievoudig kampioen. Foto: Gerard Timmerman

"Elke fokker heeft z'n eigen voorkeur''

Het is op de Texelse Schapenfokdag aan de jury om de beste ooien en rammen aan te wijzen. ''Maar eigenlijk is alles gekeurd voor ze de ring in gaan'', doelt schapenfokker Cees Commandeur uit Den Hoorn op het oordeel van de liefhebbers.

"De jaarlijkse fokkersreünie van Nederland en België", noemt Commandeur het samenzijn. "Texel is de mooiste keuring van Nederland. De dieren zijn goed, veel fokkers komen het hele weekend of maandag en blijven nog een paar dagen. Ik schat dat ik hier wel 200 mensen op het erf krijg. Sommigen kunnen wel een paar uur naar een lam zitten kijken. De laatste gaat om een uur of één 's nachts de stal uit. We hebben hier nu een stuk of tien, twaalf slapers, maar dat zijn er ook wel eens dertig geweest. Overdag rammen kijken en 's avonds napraten. Onder een borreltje worden de verhalen steeds sterker. Dat wordt wel eens laat. De laatsten stonden eens om half zes 's morgens de afwas te doen. Ze hebben hier gratis slapen en ontbijt, allemaal service van de zaak. Maar als ik naar de overkant ga, hoef ik ook geen hotel te zoeken."

Commandeur (70), zoon van de legendarische fokker C.J. Commandeur van 'Don Bosco', zit al vanaf zijn vierde in de schapen. Inmiddels vijftig jaar als zelfstandig fokker, een halve eeuw waarin hij op keuringen een vracht aan prijzen heeft gewonnen. Een zegereeks die nog altijd voortduurt. De robuuste ram op de foto (100 kg) is pas anderhalf jaar, maar toch al drie keer kampioen. Een eer die deze ram volgens menigeen ook toekwam in Opmeer, maar daar oordeelde de jury dat het dier "wel wat meer jeugd zou mogen vertonen". Commandeur: "De jury beslist, zo werkt het nu eenmaal. Succes uit het verleden is geen garantie voor de toekomst. Een ram moet zich elke keer weer bewijzen. Natuurlijk wil je als fokker dat jouw dier bovenaan staat. Maar je moet ook tegen je verlies kunnen. De beste ram hoort bovenaan, maar meningen verschillen. Maar ik zeg altijd: de hoofdjury staat rond de ring. Je hebt zóveel meningen. Dat is ook het mooie. Elke fokker heeft z'n eigen voorkeur. Het is net als met een vrouw. Die kun je ook niet voor een ander uitzoeken. Op zo'n keuring komen al die voorkeuren van die verschillende fokkers bij elkaar en de jury mag het zeggen. Je probeert voor zo'n jury onafhankelijke mensen te vinden, maar ook die hebben hun eigen smaak. Dat zie je wel aan het verschil in aantal punten als ze de bordjes omhoog steken. Daarom telt het gemiddelde. Zoals de kwaliteit van een ram of ooi buiten de ring discussie kan opleveren, zo is het ook met het oordeel van de jury. Dat gaat soms verder op de boot. Het liep wel eens zó hoog op dat ze een jurylid overboord dreigden te zetten. Nou ja, niet echt natuurlijk."

Levenswerk

De fokkerij is voor Commandeur een levenswerk. Hij stelt zich meerdere fokdoelen. "Ik wil ontwikkeling, vruchtbaarheid, luxe en vooral levensduur. Dat moet allemaal in dat ene dier. Fokken is ook een kwestie van combineren. Het stapelen van plussen en wegwerken van minnen. Sommige dingen zie je niet op een tentoonstelling, bijvoorbeeld vruchtbaarheid. Je moet goed naar het verleden kijken. Een goed geheugen is voorwaarde, ik kan dieren die ik ooit heb gezien goed voor de geest halen. Ik heb alle selectiecriteria zo lang mogelijk vastgehouden, maar na mijn 65e geef ik wel eens een beetje toe. Ik wilde wat meer luxe. Dat is een kwestie van persoonlijke voorkeur. Iedereen moet doen wat hij mooi vindt en waar hij zich in thuis voelt. De klanten komen vanzelf wel. Ik zei al: voor een ander kun je geen vrouw uitzoeken. Maar als je er dan eentje hebt uitgezocht, dan vind ik er wel wat van."

Vorig jaar ontbrak hij op de keuring. "Dat komt door de regelgeving. Na de keuring mag een dier 21 dagen niet naar een ander bedrijf worden verplaatst. Ooien mogen niet binnen dertig dagen worden geëxporteerd en rammen zelfs niet binnen zestig dagen. En aangezien ik het voor ongeveer driekwart van de export moet hebben... Als fokker wil je graag je beste dieren laten zien, maar de regels werken belemmerend. De betere dieren gaan makkelijker voor export en komen dus niet op de tentoonstelling. Zo drukken voorschriften de kwaliteit naar beneden. Het zit hem ook in het tijdstip van de Schapenfokdag, op de eerste maandag in september. Na de invoer van al die regels, na de MKZ, valt die zeer ongelukkig. Vanuit praktisch oogpunt is het beter om hem te vervroegen. Maar dat stuit op weerstand. Begrijpelijk, het is al zó lang een traditie. Niemand wil dat gezellige feestje kwijt."

Net als een vrouw. Die kun je ook niet voor ander uitzoeken

Commandeur is er dit jaar gelukkig weer bij, maar hoeft het niet zo van de tentoonstellingen te hebben. "Ik heb een grote buitenlandse klantenkring, van oudsher al. Veel uit België, Engeland, Schotland en het laatste jaar is ook Denemarken er bij." En, wat niemand voor mogelijk had gehouden, sinds juli lopen er ook dieren van hem in Zweden. Vier rammen en tien ooien. "De eerste die er na vijftig jaar in kwamen. Ik heb er zes jaar aan gewerkt om dat voor elkaar te krijgen. Al mijn contacten heb ik ervoor gebruikt, tot en met de ambassade aan toe. De fokkers daar willen de kwaliteit die wij hier hebben. Meer vleesopdruk, betere karkassen, meer adel en meer luxe. De afgelopen zes jaar verliep de export naar Zweden via Engeland. Mijn rammen gingen daar naar een gecertificeerd KI-station, waarna het sperma naar Zweden ging. Maar dat gaf wisselend succes. Nu ze daar zelf over topooien en -rammen beschikken, kunnen ze de kwaliteit sneller omhoog brengen." Een succes dat in brede kring respect afdwingt. Waar andere fokkers de moed al hadden opgegeven, zette Commandeur door en kreeg de deur open.

Humor

Zijn gezondheid is er met de jaren niet beter op geworden, hij heeft zijn veestapel behoorlijk ingekrompen en echtgenote Reintje neemt hem het nodige werk uit handen. Maar praten over zijn vak kan hij als de beste en ook de humor is hem niet vergaan. Hij mag ook graag een beetje stangen. Zoals de anekdote over een overkantse fokker, die op een dag één van zijn ooien met de poten omhoog in het land had gevonden: dood. Het stemde de man extra droevig, omdat het één van zijn topdieren betrof, waarbij hij allerlei kwaliteiten opsomde. "Had jij die dan?", was het gortdroge commentaar van Commandeur. De fokker kon het grapje met terugwerkende kracht wel waarderen. "Hij komt hier elk jaar langs en zegt bij aankomst steevast: 'Had jij die dan?"