Tekening van het Texels langstaartje.
Tekening van het Texels langstaartje.

Texels langstaartje

Algemeen

'Een prachtige ontdekking dat dit dier op Texel heeft geleefd, maar ik heb er nog nooit van gehoord. Jammer dat een fokker als Piet van der Molen niet meer leeft. Hij zou hier ongetwijfeld meer over kunnen vertellen.' Het verhaal over het Texelse langstaartje, opgetekend door Bart van der Vlis in Kleindier Magazine. Een korte versie staat dinsdag in de Texelse Courant, hier het hele verhaal. 

Moet de geschiedenis worden herschreven?

Het jaar zit erop. Even een paar dagen bijkomen rond de kerst.  Wij hebben besloten van een welverdiende korte vakantie te gaan genieten op Texel. Wat een prachtig eiland. Het weer valt mee de kou moet nog komen het lijkt wel een mooie nazomer rond de kerst. Wij gaan een bezoek brengen aan Ecomare. Een bijzonder centrum waar veel te zien is over wat zich op het wad en in de Noordzee afspeelt.

 

Texels langstaartje

Het is druk en iedereen wil de kleine zeehonden bewonderen. Wat kijken ze je toch zielig aan. Sommigen zijn wel heel erg mager, gaat dat wel goed komen? Het moet haast wel goed gaan met de stand van de zeehonden op het wad. Wij waren laatst in Pieterburen bij Lenie van 't Hart en ook daar grote aantallen jongen die als huiler waren gevonden. Als je in Ecomare rond loopt dan zie je niet alleen hedendaagse zaken, maar er is ook een afdeling met bijzondere historische zaken. Dit is het deel waar ik altijd graag even ga rondneuzen. Ik trof natuurlijk delen van de mammoet, diverse botten van walvissen, potvissen, etc. Verschillende soorten vogels waarvan een aantal inmiddels is uitgestorven. Er lagen ook verschillende botten van een Texels langstaartje. Ik had hier nog nooit van gehoord. Wat is een Texels langstaartje? Het is een konijn volgens de beschrijving, van tussen de 1.5 en 2.5 kilo met een extreem lange staart (gemiddeld 25 cm). Er wordt beschreven dat het dier rond 1965 volledig schijnt te zijn uitgestorven. Ik zie een tekening van hoe het dier er heeft uitgezien, maar deze laat alleen een paar contouren zien van een konijn met een lange staart en half hangende oren. Bij navraag is er bij Ecomare geen verdere informatie beschikbaar. Dus terug naar ons vakantieverblijf.

Het is een prachtige ontdekking dat dit dier op Texel heeft geleefd, maar ik heb er nog nooit van gehoord. Jammer dat een fokker als Piet van de Molen niet meer leeft. Hij zou hier ongetwijfeld meer over hebben kunnen vertellen. Ik begin een paar bekenden te bellen op het eiland en in de kop van Noord Holland. Ik hoop dat Cor Bregman als goed vriend van Piet van de Molen hier mogelijk meer van zou weten. Helaas, niemand weet iets te vertellen over dit konijn. Wel vaag iets van: "Ja er was ooit iets," maar verder kom ik niet. Ik moet verder zoeken, ik ga binnenkort weer naar huis en dan kan ik hier niet verder naar zoeken. Meer info ligt nergens anders dan op het eiland. Ik zoek op het internet maar kan er eigenlijk niets over vinden. Ik bezoek de site van Ecomare, en ook hier geen verdere info beschikbaar, o de site van Naturalis is hier ook niets over bekend. Jammer, ik wil er nu echt meer van weten. Ik besluit nog een keer naar Ecomare te bellen en ik vraag aan een vriendelijke dame: "Kunt u mij iets meer vertellen over het Texelse langstaartje? Ze zegt: "We weten dat dit dier op Texel heeft geleefd. Een paar jaar geleden heeft iemand een skelet gebracht en dat hebben wij in het museum gezet, meer weten we niet, het behoort bij de Texelse biotoop." Ik kom geen spaan verder. 

Zoeken

Op maandag is er markt in Den Burg, eens even rondneuzen. Hier zit een boekwinkeltje met oude en antieke boeken. De eigenaar is op leeftijd en hier heb ik wel eens een paar interessante boeken gekocht tijdens eerdere bezoeken. Ik besluit maar eens bij hem langs te gaan en leg hem de situatie uit. Hij heeft nog nooit van dit dier gehoord en vraagt zich af of hij mij wel kan helpen. De man zoekt samen met mij uren tussen allerlei oude boeken naar info over dit dier. Dan springt hij op en loopt naar zijn woonkamer, aansluitend aan de winkel. Hij rommelt wat in een kast en komt terug met een pijp in de mond. "Het is een zeer interessante vraag en deze moet worden opgelost. Ik rook al jaren bijna nooit meer, maar in eens heb ik zo'n behoefte aan een pijpje. Dit geeft mij een betere mogelijkheid om na te denken." Ik moet lachen en we gaan verder met zoeken in een grote stapel boeken en ik kom van alles tegen, maar niets over dit konijntje. De antiquair sprint weer omhoog en loopt snel naar buiten. Hij roept buiten "Jan Jan", maar er gebeurt niets. Hij zegt "dat is de man die je moet hebben". "Jan?" vraag ik quasi nonchalant? "Ja, Jan is de man, hij is al op leeftijd en stokdoof, maar nog bijzonder goed ter been. Oh ja, hij heeft geen gehoorapparaat". Ik moet lachen bij het idee hoe ik nu met deze man ga communiceren. De antiquair schrijft z'n naam op een briefje: Jan Lamperei en hij woont in Oosterend. Nu is Oosterend niet heel erg groot, er zijn maar twee straten, maar iedereen kent Jan of wel Jessie. Je moet wel zoeken, want het huis heeft geen nummer, maar er hangt een bord op de gevel van het huis met de tekst Taarpstelk. Ik vraag hem of hij nog iemand kent die bijvoorbeeld ansichtkaarten spaart van dieren. Hij denkt na en zegt dan: "Ik bel je zodra ik iets gevonden heb, ik ga voor je bellen."

De volgende dag, het is eerste kerstdag, rij ik naar Jan. Ik rij door de beide straten, maar kan het huis niet vinden, maar eens vragen bij een oudere vrouw die voor haar huis bezig is. "Dag mevrouw weet u toevallig waar Jan Lamperei woont?" "Nee, die ken ik niet" zegt ze nors. Dan schiet mij de bijnaam te binnen. "Jessie zegt u dat toevallig iets?" "Ja, natuurlijk" zegt de vrouw enigszins opgewekt, "die woont daar schuin aan de overkant in een huis achter dat witte huis." Ik dank de vrouw hartelijk en rij richting het bewuste huis, door smalle straatjes met weinig parkeerruimte. Even verderop is een grote parkeerplaats en ik steek de weg over, kijk eens tussen twee huizen door en ja waarachtig, daar staat nog een oud huis verscholen achter een aantal bomen, met inderdaad de vreemde tekst Taarpstelk. Ik kijk of er iemand thuis is, loop door het hek en zie al snel een hond aan een ketting liggen die mij grommend aankijkt. Ik besluit terug te gaan, wat heb ik eraan als de hond straks in mijn benen hangt. Ik heb geen idee hoelang die ketting is. Terwijl ik terug loop komt er een vrouw aan de andere kant van het huis naar me toegelopen. Zij vraagt: "Zoekt u iets?" Ik zeg "Ja, ik zoek Jan of Jessie." "Jessie is er niet," snauwt ze terug. Weet u toevallig wanneer ik hem kan treffen? Zij vraagt "Hoezo, moet je iets van 'm?" "Ja, ik ben naar hem op zoek," meer vertel ik haar niet. Jessie is er nooit overdag. Hij is aan het jutten of zo iets. Als je hem zoekt kun je het beste naar Kaap Noord gaan. Nu ken ik Kaap Noord wel het is een top strandtent aan de noordkop van het eiland. Ik rijd door naar Kaap Noord. Ik ken de eigenaar van Kaap Noord toevallig goed en loop de strandtent binnen. Het is druk en de tent zit vol. Ik vraag naar Karin, ze komt na enkele minuten tevoorschijn uit de keuken. "Hoi Bart, wat kan ik voor je doen?" Ik zeg "Ik ben op zoek naar Jan Lamperei of wel Jessie." Ze begint te lachen en zegt "Die is er niet vandaag, wat moet je met 'm?" Ik leg haar uit dat ik iets van hem wil weten. "Ken je hem, het is een bijzondere man, hij drinkt hier vaak koffie en een borrel, voor de rest van de tijd is hij met zijn boot aan het vissen. Ik leg haar uit dat ik zijn buurvrouw heb gesproken en dat zij aangaf dat hij aan het jutten was. Lachend zegt ze: "Jessie noemt alles jutten, maar hij is gewoon vissen. Als je aan het eind van de middag komt, is hij hier zeker."

Aan het eind van de dag middag weer naar Kaap Noord. Ik loop de strandtent binnen en daar roept Karin dat hij buiten voor de tent zit. Ik loop naar de voorkant aan de zeezijde en daar zitten twee oude mannen bij een vuurkorf. De ene nog markanter dan de ander. Ik vraag aan hen: "Is een van jullie beiden soms Jan?" "Nee, maar hoezo?" "Ik zoek Jan Lamperei zeg ik beleefd". Ze kijken elkaar aan en zeggen "die kennen wij niet." Ik loop terug naar binnen, Karin ziet me komen en zegt: "Heb je hem gesproken?" "Nee ik kan hem niet vinden". Ik wil weer weglopen als Karin zegt "Hij zit buiten, het is de linkse van die twee op de houten bank." Ik loop terug naar buiten en vraag opnieuw: "Meneer Lamperei"? Beiden zeggen ze weer nee, maar na vier keer vragen zegt hij: "Wat moet je van me?"

Het gesprek komt op gang. Ik vraag hem of hij wat wil drinken. Ja, doe ons maar twee skuumkoppen. Ik loop terug met de twee biertjes en ga bij de heren zitten. Ik vraag hem of hij mij kan helpen bij het vinden van antwoorden over een Texels langstaartje. Hij begint te lachen en zegt: "Wat wil je weten en waarom?" Ineens heb ik wel zijn aandacht, maar ik moet hard praten om hem duidelijk te maken wat ik wil weten. Zijn eerste reactie is:  "Die bestaan al lang niet meer", maar ik leg hem uit dat ik op zoek ben naar wat  voor een konijn het was. Ik leg hem uit dat ik graag meer details wil weten en geïnteresseerd ben in konijnen. Jessie geeft aan dat hij mij wel wil helpen, maar dat ik beter bij hem thuis langs kan komen. "Overmorgen om 6 uur ben ik thuis, ik ga je helpen maar beloof mij dat je zorgvuldig met de informatie omgaat.".

 

Voor ik naar Jessie ga probeer ik nog enige info te vinden, maar word maar een heel klein beetje wijzer. Ik ga bij de Texelse courant langs en ik mag een paar uur in de archieven snuffelen. Zij vinden het ook wel een interessant onderwerp. De hoofredacteur z'n vader was vroeger een verdienstelijk konijnenfokker. Wij vinden een artikel uit 1961 waar een korte zin in staat dat er een dier tentoongesteld was genaamd het Texelse langstaartje. Gefokt en geshowd door Franciscus Lepus. Ik krijg het warm als ik dit lees. Ook vinden wij nog een artikel uit 1963 waarin wordt beschreven dat er diverse Texelse langstaartjes in de duinen rond liepen, waarschijnlijk los gelaten. Verder is er niets te vinden van dit bijzondere ras, geen foto's, geen tekeningen, niets. Aan het eind van de dag belt de antiquair mij op. Hij heeft navraag gedaan bij twee ansichtkaartenverzamelaars, maar zij hebben alleen kaarten waar wilde konijnen opstaan.

Jammer, maar ik bel ook Jan Moeilijker maar eens op, de nestor van de konijnenfokkerij in Den Helder. Wat kan hij mij vertellen. Jan vertelt dat hij wel eens verhalen heeft gehoord van Piet van der Molen over een bijzonder Texels konijn. De naam is hij vergeten, wel weet hij dat er een onbevestigde relatie is tussen het creëren van de Hangoordwerg en het Texelse langstaartje. Ik ben meteen nog meer gebrand op het uitzoeken van dit raadsel.

Heb je dit dier ooit op een foto of tekening gezien? Nee, ik heb het alleen gehoord van Eduard van Vliet en Piet van der Molen tijdens een borrel op de show van H&O, minstens 20 jaar geleden. Ik bel direct Eduard op en vraag hem wat hij weet. Eduard vertelt hetzelfde, en …dat ene Jan Lamp op Texel er meer van weet. Ik ben toch weer veel wijzer geworden en  Jan Lamp moet wellicht Jan Lamperei zijn en die spreek ik vanavond.

Het is rond half zes als ik, behoorlijk nerveus, richting Oosterend rijd. Het is al pik donker als Ik voorzichtig het hek open doe en loop langzaam richting de woning. Ik zie op het eerste gezicht geen leven en de hond blijft liggen. Het grommen stopt en plotseling zie ik aan de zijkant van het huis Jan/Jessie verschijnen. Hij roept: "Deze kant op" en ik loop naar hem toe. Zullen we hier gaan zitten, zegt hij. Hij heeft een houten tafel in een prachtige tuin staan. De tuin is prachtig verlicht en er staat een grote vuurkorf te branden. Er staat over de hele lengte van de tuin een grote opvallende schuur, met een aantal rennen ervoor, dus heeft hij iets van kippen, neem ik aan. We gaan allebei in een schommelstoel zitten, bekleed met schapenvellen. Het is een bijzondere ervaring om net de kerst buiten te gaan zitten.

Ik heet al mijn hele leven Jessie en niemand noemt mij Jan. Dus oké, van nu af aan dus Jessie, hij noemt mij Bassie. Ik moet vrij hard praten om hem duidelijk te maken wat ik wil en zoek. Ik vraag hem hoe oud hij is, ik kijk hem eens goed aan en schat begin 70. Hij begint te lachen en zegt, nee, hoe oud ben jij? Ik zeg 52, maar hoe oud ben jij dan Jessie? Hij lacht en zegt: "Ik ben 93, maar voel mij 39." Wat een leeftijd en hij loopt harder dan ik. Ik vraag hem of hij mij iets kan vertellen over het Texelse langstaartje. Waarom zou ik je dit vertellen? Ik wil dit graag weten want ik ben zeer geïnteresseerd in konijnen, maar hij wil hier eigenlijk niets over kwijt. Ik probeer het gesprek te verleggen en vraag wat hij vandaag gevangen heeft. Een topdag zegt hij, ik heb vandaag 30 mooie gullen gevangen. Zo, dat is een mooie vangst. Ik vis graag, maar ik jaag en stroop ook graag. Dat dacht ik wel. "Ach Bassie ik doe op mijn leeftijd alles wat verboden is en dat wil ik graag zo houden." Ik vraag hem wat er in de volières zit. Er zitten nu een aantal kippen in, maar ook vang ik regelmatig fazanten die ik hier in een hok doe voordat ik ga slachten." Zullen we even gaan kijken? Ik fok Franse hoeders alleen voor het vlees. Slacht iedere week een stuk of twee hoenders en die eet ik op". Wij lopen naar de schuur, wat ziet het er in tegenstelling tot de buitenkant van het huis allemaal super netjes uit. Wij lopen de schuur in en ik weet niet wat ik zie. Er staan wel meer dan 100 konijnenhokken. Allemaal minimaal 80 tot 100 cm. breed. Het barst van de konijnen. Wij lopen door naar de achterzijde en daar zitten in drie grote verblijven de Franse Bresse hoenders in de kleur wit, top vleeshoenders Jessie! We lopen van de moestuin vol boerenkool weer  terug de schuur in, terwijl ik denk hoe ik nu de geschiedenis van de Texelse langstaart op tafel ga krijgen. "Ik fok mijn hele leven al konijnen," zegt Jessie, "Piet van der Molen kwam hier vaak even een visje halen en wij spraken dan over van alles en nog wat. Piet fokte konijnen voor tentoonstellingen, hij was verslaafd aan Franse hangoren en later Hangoordwergen." Ik fok alleen voor eigen consumptie. Ik heb wel gefokt voor de verkoop en de handel, maar daar ben ik jaren geleden mee gestopt. Ik zie van alles in de je hokken. "Ja dat klopt, ik heb grote en kleinere Hangoren, maar ook een paar Witte Nieuw-Zeelanders, die zijn heerlijk om op te eten". "Wat wil je nu precies weten." Ik vraag hem naar wat hij weet van het Texelse langstaartje. "Ik zal het je vertellen, maar ik wil een paar zaken vooraf van je weten. Wat ga je met deze kennis doen?" Ik zeg: "Ik wil er graag een artikel over schrijven dat ik wil publiceren in Kleindier Magazine en wat ik bovenal graag wil zien zijn foto's van dit onbekende dier."

Het is even stil. Ik begin net na de oorlog. We fokten massaal konijnen voor consumptie. Ik kreeg af en toe een paar dieren van bepaalde fokkers op Texel. Er was weinig geld en de mogelijkheden waren bijzonder beperkt. Er waren verschillende fokkers die populaire Franse hangoren hadden, omdat dit een prima vleeskonijn was. Wij waren een kleine gemeenschap die erg op elkaar was aangewezen en de konijnenvereniging was een bloeiende vereniging. De tentoonstelling was niet voor iedereen een doel op zich, maar als je was aangesloten had je makkelijker toegang tot dieren die je nodig had voor de fok. Ik fungeerde als punt waar fokkers dieren naar toe brachten om te worden geslacht. Ik verkocht ook veel konijnenvlees aan hotels en restaurants op het eiland. Konijnenvlees was vrij populair en ik ving ook veel konijnen in de duinen en liet ze soms nog een aantal weken in de hokken om ze nog wat bij te voeren. Ik had zelf Californians en Franse hangoren en kruiste links en rechts door elkaar. De meeste dieren waren konijngrijs, maar uit de combinatie Californian en Franse hangoor fokte ik bijzonder aardige dieren in diverse kleuren. Ik ving in de duinen wel 2.000 konijnen per jaar. Met strikken en vallen wist ik de dieren te verschalken. Op een dag ving ik een dier dat wel bijzonder was. Het dier was een normaal wild konijn, maar had een bijzonder lange staart. Een dier met een staart van wel 20 tot 25 centimeter. Ik vond dit bijzonder en grappig en ik liet dit dier aan een paar bevriende fokkers zien, begin 1950 denk ik. Dit had ik nog nooit gezien, een dier met zo'n ontzettend lange staart. Wij hebben het wel een keer gemeten, als je er aan trok was het meer dan 30 centimeter." Jessie begint te glimmen als hij hierover vertelt.  "Het was een ram met een prachtige bouw. Kogelrond en stevig op de benen. Ik heb dit dier nog jaren in het hok gehad. Ik wilde weten wat er ging gebeuren als ik hem zou paren aan een Franse hangoor. Ik heb de ram toen gepaard aan een witte en een madagascar kleurige Franse hangoor. Uit deze combinatie fokte ik al snel meer dan 20 jonge dieren en die dieren hadden half staande en  half hangende oren en wogen ongeveer 3 tot 3,5 kilo. Maar 25% had een lange staart en 75% een normale staart. Ik was een beetje teleurgesteld, want ik hoopte op allemaal dieren met een lange staart. Op een dag kwam ik in de schuur en meer dan de helft van de langstaartjes was ik kwijt, omdat ik het hok niet goed had afgesloten. Ik er maar een paar weer terug gevonden. Ik hield grotere koppels dieren altijd in zogenaamde loopstallen van drie bij een meter. Ik wilde weten wat er zou gebeuren als ik de ram weer zou paren aan een jonge voedster uit die kruising. Ik was verbaasd toen ik de nakomelingen een jaar later in het hok had. Er waren dieren met lange en met korte staarten bij. Voor de grap noemde ik deze dieren Texelse langstaartjes. Ik fokte de dieren ook broer x zus en vader x dochter, etc.  De staart van de lange dieren kenden twee varianten. Eén met de staart onder het lijf tussen de benen en één die de staart als een soort varken droeg. Ik probeerde meer dieren te fokken, maar dat was redelijk moeilijk. Er was nog een bijkomend probleem: de dieren werden steeds kleiner van vorm en lichter van gewicht. Wat ook vreemd was dat ik bijna alleen maar madagascarkleurige dieren overhield, de rest ging gewoon dood of was steriel. Na een aantal jaren waren er alleen nog madagascarkleurige dieren. In het begin had ik ze in de kleuren wit, zwart, madagascar, konijngrijs, bonte gevlekte dieren, het was een allegaartje. Ik liep vast, na vijf jaar had ik nog maar 10 tot 15 dieren over met een lange staart. Er waren fokkers die wel dieren wilden hebben, maar ik wilde geen dieren verkopen. Het zou alleen maar om het geld gaan en verder niets. Eind jaren 50 ving ik in de buurt van de vuurtoren plotseling twee Texelse langstaartjes. Dit waren dieren met perfect hangende oren en een gewicht van rond de twee kilo. Ik was enorm verbaasd en snapte er niets van. Was dit nog over van de dieren die ik begin jaren 50 was kwijt geraakt? Ze waren madagascarkleurig en veel kleiner dan de wilde konijnen. Vreemd dat deze dieren hebben kunnen overleven en weet je wat helemaal bijzonder was? Dat ik een ram en een voedster had gevangen. De voedster was ook nog eens drachtig. Het lijkt wel een sprookje als je alles op de keper beschouwt. Ik besloot ze voorlopig aan te houden. De voedster kreeg vijf jongen allemaal langstaartjes. Ik had nog hooguit vijf dieren over van jaren geleden, maar het was bijzonder lastig om met deze dieren te fokken. Steriel en heel veel jongen met normale staarten. Ik was enorm blij met de nieuwe vangsten. Ik kruiste de nieuwe dieren met mijn eigen twee voedsters en plotseling ging het hard. Ik had zomaar 30 jongen in het voorjaar van 1959. Het waren eigenlijk heel mooie Hangoordwergen, maar dat ras bestond toen nog helemaal niet. Deels met lange staarten en deels met normale staarten. In dat jaar had ik meer dan 70% langstaarten uit de jongen die werden geboren. Het jaar erop ging ik opnieuw fokken en ik fokte zomaar weer een groot aantal jongen. Overigens toen had ik het gevoel dat ik al minder langstaarten had dan het jaar ervoor. Deze nieuwe lijn was veel vruchtbaarder en het percentage uitval was heel beperkt. Ik besloot een paar dieren te laten zien op de clubshow van 1961 in Den Burg".

Jessie gaat naar binnen: "Wacht even, even wat zoeken". Dan laat hij een catalogus zien uit november 1961 waarin de dieren vermeld staan. Natuurlijk in een klasse ter opluistering, beide rassen waren helemaal niet erkend bij de NKB. Ik lees dat de keurmeester Adri de Cock was. Ik zie in de catalogus nog iets staan, een paar kleine Franse Hangoren. "Wat is dit?" vraag ik Jessie, ook deze dieren staan op zijn naam. "Oh Bassie, dat waren de Hangoordwergen, dieren van ruim 2 kilo tot 2,5 kilo, alleen wat lang van lichaam. Het waren eigenlijk normale langstraatjes met een korte staart. Wij lopen naar binnen waar het wel  museum lijkt, van alles en nog wat hangt er aan de muur en staat er op kastjes. Jessie zit op zijn praatstoel en ik krijg te horen wat ik weten wil.

De dieren trokken ontzettend veel aandacht van fokkers, keurmeesters en bezoekers. Ik kon veel dieren verkopen, maar dat wilde ik niet. Op een dag ontving ik een brief van ene Kok uit Brabant, of ik hem een paar dieren wilde verkopen. Hij bood mij veel geld en ik liet mijn vrouw een brief schrijven dat ik hier niet op in kon gaan. Ik had er maar een paar. Een paar maanden later wordt er op een middag door iemand aangeklopt. Het was die Kok opnieuw, helemaal uit Brabant naar Texel gekomen. Hij wilde koste wat kost een koppel kopen. Ik weet nog goed dat hij mij 125 gulden per stuk bood. Nu moet je weten Bassie, ik verdiende in die tijd 25 gulden per week. Het was heel veel geld. Ik zei tegen hem dat doe ik niet. Je kunt mijn kleine Hangoren kopen, twee rammen en zes voedsters voor 1.000 gulden of je krijgt helemaal niets. Het werd stil, maar die Kok ging akkoord. Ik heb nog snel een paar kisten getimmerd en de kleine Hangoren allemaal verkocht.  "Was je niet bang dat hij ook langstaartjes zou fokken?" "Nee daar ben ik nooit bang voor geweest. Korte staart x korte staart leverde nooit een langstaart op." "Hoe is het dan verder gegaan met die langstaartjes?" "Ik maakte hier een enorme fout. Ik deed de kortstaart voedsters weg en uit de combinatie langstaart x langstaart is nooit meer een goed dier gekomen. Deze jongen bleken allemaal zwak te zijn en stierven allemaal binnen negen maanden, ik zag het project volledig stranden. De kruisingen mislukten ook omdat de meeste rammen allemaal steriel waren of te oud. In 1965 ging de laatste langstaart dood. Dit dier heb ik laten opzetten en heb 't later aan Ecomare geschonken. Het dier was matig geprepareerd en viel na verloop van tijd gewoon uit elkaar. Ik wilde nooit ergens mijn naam terugzien. Het is een wonder dat je mij hebt gevonden en dat wij hier nu over spreken. Dat is allemaal aan de oude antiquair te danken. Ik zal je twee foto's laten zien. Ik beefde helemaal toen ik de foto's te zien kreeg. De dieren waren werkelijk prachtig. Wat een mooie Hangoordwergen en wat een grappige lange staarten hadden die dieren, gemiddeld tussen 20 en 25 centimeter. Dit is alles wat er van over is. Ik vraag hem nog wel of die Kok keurmeester De Cock was, en dat bleek zo te zijn. Ach, weet je Bassie, ik heb toen een mooie tweedehands brommer kunnen kopen en wij hielden nog geld over, maar het was wel erg jammer. Na 1960 heb er in het wild nooit meer eentje gevangen. Eigenlijk is dit het verhaal, ik had eigenlijk besloten hier nooit meer over te praten. Soms denk ik dat ik er meer aan had kunnen verdienen of geschiedenis had kunnen schrijven. Nu valt het weg en zie je in Ecomare alleen nog maar de restanten in de vorm van een paar botten en een korte beschrijving, maar ja, zo gaat 't in het leven. Eigenlijk zeg je mij Bassie, dat de Nederlandse hangoordwerg afstamt van het Texelse langstaartje, eigenlijk heb ik die gecreëerd en heb ik wel iets moois gedaan. Inderdaad heb je geschiedenis geschreven, jij hebt samen met je Texelse langstaartje aan de basis gestaan van een van de meest populaire rassen. Maar waarom is er zo weinig bekend over het Texelse langstaartje? Ach Bassie, niemand geloofde mij, maar ze hebben echt bestaan, je hebt de foto's gezien. Weet je, je mag de foto's hebben als ik dood ben, nu wil ik ze houden als bevestiging van dit verhaal. Wat ga jij nu doen met deze info? Ik wil deze versie delen met de fokkers van Hangoordwergen en konijnen minnend Nederland. Het is een bijzonder verhaal van een bijzondere man. Ik heb nog een vraag: Wie weten hier nu eigenlijk van? Ach Bassie, ik denk bijna niemand meer. De mensen die dit konden weten zijn bijna allemaal dood en anderen doen 't af als kletspraat.

Wat een mooie avond en wat een verhaal. Ik neem afscheid en beloof hem het verhaal te sturen. Ik bedank hem voor dit fantastische gesprek dat de geschiedenis van dit ras in een heel ander perspectief heeft geplaatst. Als ik weer op Texel kom ga ik bij hem langs voor een visje en bakkie koffie. Een vriendschap is geboren met een bijzondere man. Als ik terug rijd schiet door mijn hoofd dat ik snel Gerrit Ligtenberg moet bellen om deze kennis ook eens met hem te delen. Een paar maanden later ben ik bij hem geweest en heb hierover gesproken; een bijzonder gesprek met een bijzondere man van 89 jaar. Dit gesprek zal binnenkort worden gepubliceerd. Ik kan al vast verklappen dat dit gesprek nog meer bijzonderheden bevat dan het gesprek Jessie. Ik rij terug naar de Koog en schrijf 's nachts dit hele verhaal.

Het is een kerst geworden dit had ik nooit verwacht. Het is al ver in de morgen als Monique mij wakker maakt. Heb je de gehele nacht op de bank gelegen? vraagt ze. Ja, maar wat is het een bijzondere droom geworden, dit zal bijna niemand geloven.

 

Foto Bart van der Vlis
Afbeelding
Ongeval op rotonde Politie 8 uur geleden 9
Afbeelding
Optreden Artex Kamerkoor Herdenking Burghtkerk Cultuur 9 uur geleden
Afbeelding
Gamen (FIFA) en Bewegen in de meivakantie Algemeen 23 apr, 17:36
Evy Gobbens komt in de bieb voor de IVN Kinderlezing over zeespiegelstijging.
Activiteiten in de bieb tijdens de meivakantie Algemeen 23 apr, 14:58
Blauwe strepen voor de blauwe zones in Den Burg en De Koog waar de parkeerduur leidend is.
Geen actie om parkeren terug naar oude te brengen Algemeen 23 apr, 14:00 1
Afbeelding
Archeologische vondsten onder vloer Oudheidkamer Algemeen 23 apr, 10:45
Afbeelding
Muziek en dans voor peuters bij Artex Algemeen 22 apr, 15:51
Afbeelding
De Lieuw zoekt vrijwilligers voor monitoren vlinders Algemeen 22 apr, 13:30